om

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  om    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɔm/
  • IPA: /ˈɔm/
Woordafbreking
  • om
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘voorzetsel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1272 [1]
  • afkomstig van:
Middelnederlands: ombe, omme
Oudnederlands: umbi, umbe
Germaans: *umbi
Indo-Europees: *ambʰi-
  • Verwant in Germaans:
West: Engels: umb, umbe (Angelsaksisch: ymbe), Duits: um, (Oudhoogduits: umbi), Fries: om, umme (Oudfries: umbe, ombe)
Noord: Zweeds/Deens/Noors: om, (Oudnoords: umb), IJslands/Faeröers: um

Voorzetsel

om

  1. (tweeletterwoord) omheen, rond, rondheen, aan alle kanten van iets.
    • Om de kerk ligt een ring, bestaande uit een gracht met bomen. 
  1. als aanduiding van het tijdstip waarop iets begint.
    • Het volgende journaal is '''om''' 14:30. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Voegwoord

om ... te + infinitief

  1. leidt een beknopte bijzin in: het effect dat men wil bereiken.
    • Ik ga sonjabakkeren om af te vallen. 
    • Een druk op de knop is voldoende om de bus te laten stoppen. 
Synoniemen

Bijwoord

  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     om  
 persoonlijk     erom  
aanwijz.  nabij     hierom  
  veraf     daarom  
  vragend/betrekk.     waarom  

om

  1. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
    omdraaien: hij draaide het argument om in zijn betoog
  2. prepositioneel deel van een voornaamwoordelijk bijwoord
    erom: hij heeft er hartelijk om moeten lachen.
Verwante begrippen
Tweeletterwoorden in het Nederlands

afahaiatbobyebenerkoom

Uitdrukkingen en gezegden

Gangbaarheid

  • Het woord om staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Aroemeens

Uitspraak
  • IPA: /om/

Zelfstandig naamwoord

om

  1. mens

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈʌmˀ /
Woordafbreking
  • om
Woordherkomst en -opbouw
  • Bijwoord en voorzetsel: afkomstig van de Oudnoorse woorden um en umb
  • Voegwoord: Vergelijk de Oudnoorse woorden ef en em (aan)
Naar frequentie 34

Bijwoord

om

  1. (tweeletterwoord) rond
  2. erover
  1. «Vi fik en melding om, at en mand er blevet skudt i hovedet.»
    We kregen een rapport (erover) dat een man werd in het hoofd geschoten.
Synoniemen

Voegwoord

om

  1. om

Voorzetsel

om

  1. om
  2. rond
  3. betreffende
  4. over (in tijdelijke opzicht)
  1. «Toget kører om ti minutter.»
    De trein vertrekt over tien minuten.
Verwante begrippen
Tweeletterwoorden in het Deens

adafalatbydadeduejenénerethajajoninunyogohokomoposparosasetitoudviåhårøh

Indonesisch

Woordafbreking
  • om
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

om

  1. (familie) oom
Synoniemen

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ɔm /
Woordafbreking
  • om
Woordherkomst en -opbouw
  • Bijwoord en voorzetsel: afkomstig van de Oudnoorse woorden um en umb
  • Voegwoord: Vergelijk de Oudnoorse woorden ef en em (aan)
  • Zelfstandig naamwoord: Vergelijk het Oudnoorse woord ómun (geluid, klank, stem)
Naar frequentie 30

Bijwoord

om

  1. (tweeletterwoord) rond

Voegwoord

om

  1. om

Voorzetsel

om

  1. om
  2. rond
  3. betreffende, vanwege, wegens
  1. «Planene om lyntog fra Oslo til København skrinlegges.»
    De plannen betreffende een hogesnelheidstrein van Oslo naar Kopenhagen zullen worden begraven.
  2. over (in tijdelijke opzicht)
  1. «Toget går om ti minutter.»
    De trein vertrekt over tien minuten.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   om     omen     omer     omene  
genitief   oms     omens     omers     omenes  

Zelfstandig naamwoord

om, m

  1. galm, dof geluid
  1. «Jeg hører omen av kirkeklokkene.»
    Ik hoor het doffe geluid van kerkklokken.
Verwante begrippen
Tweeletterwoorden in het Noors

akamanatavbabeBHbhbobydadedidodueieneretfagagihajajolamininunyogOKokògomrosasesitatitoTVtvutviøløvår

Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ɔm /
Woordafbreking
  • om
Woordherkomst en -opbouw
  • Bijwoord en voorzetsel: afkomstig van de Oudnoorse woorden um en umb
  • (Voegwoord) Vergelijk de Oudnoorse woorden ef en em (aan)!
  • Zelfstandig naamwoord: Vergelijk het Oudnoorse woord ómun (geluid, klank, stem)

Bijwoord

om

  1. (tweeletterwoord) rond

Voegwoord

om

  1. om

Voorzetsel

om

  1. om
  2. rond
  3. betreffende, vanwege, wegens
  4. over (in tijdelijke opzicht)
  1. «Toget går om ti minutt.»
    De trein vertrekt over tien minuten.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   om     omen     omar     omane  

Zelfstandig naamwoord

om, m

  1. galm, dof geluid
Verwante begrippen
Tweeletterwoorden in het Nynorsk

amanatavbebobydadedidodueieneretfagihajajolamininunyogògOKokomoposrosasitatitoTVtvutviøløvåhår

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid:  om    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • om
Naar frequentie 20

Voorzetsel

om

  1. (tweeletterwoord) als, indien
Verwante begrippen
Tweeletterwoorden in het Zweeds

alavbibobyCDdeduejekenergehaisjajokoleninunyomrosaosesytatetyurviånåråsåtärätöl

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.