la

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  la    (hulp, bestand)
  • IPA: /la/
Woordafbreking
  • la
Woordherkomst en -opbouw
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord la la's
verkleinwoord la'tje la'tjes

Zelfstandig naamwoord

[A] la v/m

  1. (muziek) de zesde muzieknoot in de toonladder
    • De melodie maakte een sprong van do naar la. 
Verwante begrippen
Vertalingen
[B] enkelvoud meervoud
naamwoord la la's
verkleinwoord laatje laatjes

Zelfstandig naamwoord

[B] la v/m

  1. een platte uitschuifbare bak in een meubelstuk, bedoeld als bergplaats van losse voorwerpen
    • Hij legde het afgedroogde bestek in de ene la en de onderzetters in de andere. 
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord la staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Bilba

Werkwoord

la

  1. vliegen


Catalaans

Lidwoord

la v enk

  1. de, het

Persoonlijk voornaamwoord

la v enk

  1. haar, het (lijdend voorwerp, vóór het werkwoord)

Engels

enkelvoud meervoud
la las

Zelfstandig naamwoord

la

  1. la


Esperanto

Lidwoord

la

  1. het
    • La domo estas tre bela. - Het huis is zeer mooi. 
  1. de (enk).
    • La viro estas dulingva. - De man is tweetalig. 
  1. de (mv).
    • La birdoj volas. - De vogels vliegen. 


Fins

Afkorting

la

  1. (afkorting) van lauantai
  2. zaterdag


Frans

Lidwoord

la v enk

  1. de
    • La voiture est rouge. - De auto is rood. 
  1. het
    • La maison est grande - Het huis is groot. 

Persoonlijk voornaamwoord

nominatief genitief datief accusatief locatief benadrukt
elle son / sa /
ses
lui la y elle

la v enk

  1. haar , het (lijdend voorwerp).
Synoniemen
  • le
  • l' (voor woorden beginnend met en klinker of een stomme h)
Verwante begrippen
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  la     le la     la     les la  

Zelfstandig naamwoord

la m

  1. (muziek): de muziektoon “a” ook “la”
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen


Ido

Lidwoord

la

  1. het
    • La infanto ludas. - Het kind speelt. 
  1. de (enk).
    • La urbo esas tre granda. - De stad is zeer groot. 
  1. de (mv).
    • La arti esas tre moderna. - De kunsten zijn zeer modern. 


Italiaans

Lidwoord

la v enk

  1. de
  2. het


Láadan

  enkelvoud meervoud (2-4) meervoud (5+)
1e persoon
(neutraal)
lelezhlen
1e persoon
(geliefd)
lalazhlan
1e persoon
(geëerd)
lilizhlin
1e persoon
(veracht)
lhelelhelezhlhelen
2e persoon
(neutraal)
nenezhnen
2e persoon
(geliefd)
nanazhnan
2e persoon
(geëerd)
ninizhnin
2e persoon
(veracht)
lhenelhenezhlhenen
3e persoon
(neutraal)
bebezhben
3e persoon
(geliefd)
babazhban
3e persoon
(geëerd)
bibizhbin
3e persoon
(veracht)
lhebelhebezhlheben

Persoonlijk voornaamwoord

la

  1. ik (geliefd)

Middelnederlands

Woordherkomst en -opbouw
  • Eerste lettergreep van Latijn labii "(van) lippen". Guido van Arezzo maakte in de 11e eeuw een toonladder van van zes diatonisch opvolgende tonen ut, re, mi, fa, sol, la. Voor deze namen nam hij de eerste lettergreep van elke regel in een hymne gewijd aan Johannes de Doper omdat die op de betreffende toonhoogte wordt gezongen:
    Ut queant laxis
    resonare fibris,
    mira gestorum
    famuli tuorum,
    solve polluti
    labii reatum, Sancte Ioannes.
    (Opdat uw dienaren met zachte stem uw wonderdaden laten weerklinken: verlos hun bezoedelde lippen van schuld, Sint Johannes.)[1]

Zelfstandig naamwoord

la

  1. (muziek) la, zesde toon van een hexachord
Verwante begrippen
Overerving en ontlening

Verwijzingen

Noors

Woordafbreking
  • la
Naar frequentie 80

Werkwoord

la

  1. gebiedende wijs van la

Werkwoord

la

  1. verleden tijd van legga

Werkwoord

la

  1. verleden tijd van legge


Nynorsk

Woordafbreking
  • la

Werkwoord

la

  1. verleden tijd van legge

Werkwoord

la

  1. verleden tijd van leggje


Spaans

Lidwoord

la v enk

  1. de
  2. het


Xhosa

persoonvnw.ondw.voorw.kl.vnw.ondw.voorw.kl.
eerstemnandi--ndi-thinasi--si-
tweedewenau--ku-nianni--ni-
derdelou--m-1ababa--ba-2
lou--wu-3lei--yi-4
elili--li-5laa--wa-6
esisi--si-7ezizi--zi-8
lei--yi-9ezizi--zi-10
olulu--lu-11
obubu--bu-14
okuku--ku-15

Persoonlijk voornaamwoord

la 6

  1. zij, deze, het, dit
Opmerkingen
  • Klasse 6 omvat meervouden, maar ook ontelbare collectieven zoals water.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.