omrijden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·rij·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omrijden
reed om
omgereden
klasse 1 volledig

Werkwoord

omrijden

  1. inergatief een langere weg berijden dan gebruikelijk
    • Er moest een flink stuk omgereden worden omdat er iets aan de brug mankeerde. 
  1. ergatief langs een langere weg dan gebruikelijk naar een bepaalde plek gaan
    • Hij was op weg naar zijn werk een stuk omgereden omdat er iets aan de brug mankeerde. 
Afgeleide begrippen
  • omrijspoor
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord omrijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.