omzomen

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

Woordafbreking
  • om·zo·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omzomen
omzoomde
omzoomd
zwak -d volledig

Werkwoord

omzómen

  1. overgankelijk iets omgeven als ware het een zoom
    • Prachtige bomen omzoomden het fraaie grasveld. 
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omzomen
zoomde om
omgezoomd
zwak -d volledig

Werkwoord

ómzomen

  1. (kleding) van een andere zoom voorzien

Gangbaarheid

  • Het woord omzomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.