omgorden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·gor·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van om bw en gorden ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omgorden |
omgordde |
omgord |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
omgórden
- wederkerend met een gordel omgeven, omringen, omdoen
- 't Zijn vijftig jaren dan, sints met beschroomde stoutheid
uw jonkheid zich omgordde, om de eêlste vrucht der oudheid
aan d' Amsterl gâ te slaan met zijner zonen bloem, ...[1]
- 't Zijn vijftig jaren dan, sints met beschroomde stoutheid
Vertalingen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omgorden |
gordde om |
omgegord |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
ómgorden
- ditransitief omheen doen
- Hij kreeg daarbij een sjerp omgegord.
Gangbaarheid
- Het woord omgorden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'omgorden' herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Isaäc Da Costa- Feestzang ter gelegenheid der viering van het vijftigjarig hoogleeraarsambt van Mr D. J. van Lennep. 19 november 1849
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.