erom

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • er·om
Woordherkomst en -opbouw
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     om  
 persoonlijk     erom  
aanwijz.  nabij     hierom  
  veraf     daarom  
  vragend/betrekk.     waarom  

Voornaamwoordelijk bijwoord

(scheidbaar)
erom

  1. persoonlijk *om+het, *om+ze: om de reden,
    • Hij heeft het erom gedaan. 
    • Hij probeerde een 1 aprilgrap uit te halen, maar niemand moest erom lachten. 
    • Het gaat erom dat „bekende overlastgevers” binnen blijven, aldus Dijkhoff. Hij heeft hierover maandag met burgemeesters gesproken, zei hij in het radioprogramma Dit is de Dag. [1] 

Gangbaarheid

  • Het woord erom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. NRC 13 december 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.