ommezien
Nederlands
Woordafbreking
- om·me·zien
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van om en zien met het invoegsel -e-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ommezien | |
verkleinwoord | ommezientje |
Zelfstandig naamwoord
ommezien o
- in een korte tijd
- De geniale student had in een ommezien al zijn examens gehaald.
Gangbaarheid
- Het woord ommezien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ommezien' herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.