omringen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·rin·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omringen
omringde
omringd
zwak -d volledig

Werkwoord

omringen

  1. overgankelijk aan alle kanten omgeven
    • Hij werd omringd door zijn vijanden. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord omringen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.