omdoen
Nederlands
Woordafbreking
- om·doen
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
omdoen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omdoen |
deed om |
omgedaan |
onregelmatig | volledig |
- van kledingstukken en sieraden dat ze een lichaamsdeel geheel omsluiten
- Hij deed een das om voordat hij de deur uitging.
- Hij deed de trouwring om de vinger van zijn vrouw.
Gangbaarheid
- Het woord omdoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'omdoen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.