omgeven
Nederlands
Woordafbreking
- om·ge·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van om en geven ww [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omgeven |
omgaf |
omgeven |
klasse 5 | volledig |
Werkwoord
omgéven
- overgankelijk zich eromheen bevinden, zich bevinden rondom
- Het huis is geheel omgeven door prachtige bossen.
- voorzien van iets dat omgeeft (met, door)
Afgeleide begrippen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omgeven |
gaf om |
omgegeven |
klasse 5 | volledig |
Vertalingen
1. zich eromheen bevinden
Gangbaarheid
- Het woord omgeven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'omgeven' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.