omspitten
Nederlands
Woordafbreking
- om·spit·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van om en spitten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omspitten |
spitte om |
omgespit |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omspitten |
omspitten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van omspitten
- ...dat wij omspitten.
- ...dat jullie omspitten.
- ...dat zij omspitten.
- ...dat wij omspitten.
Gangbaarheid
- Het woord omspitten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'omspitten' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.