omvliegen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·vlie·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omvliegen
vloog om
omgevlogen
klasse 2 volledig

Werkwoord

ómvliegen [1]

  1. onovergankelijk snel voorbijgaan

Werkwoord

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omvliegen
omvloog
omvlogen
klasse 2 volledig

omvlíégen [2]

  1. (ergens) omheen vliegen

Gangbaarheid

  • Het woord omvliegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.