al

Niet te verwarren met: Al, aL, aℓ

Universeel

Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van “l” (liter) met het voorvoegsel “a” (atto-)

Symbool

al

  1. (wiskunde), (eenheid) het symbool voor attoliter, gelijk aan 0,000.000.000.000.000.001 liter
Schrijfwijzen
Verwante begrippen


Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  al    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑl/
Woordafbreking
  • al
Woordherkomst en -opbouw
  • Als onbepaald voornaamwoord voor het eerst aangetroffen in 776 [1]
  • afkomstig van:
Middelnederlands: al
Oudnederlands: al, ol
Germaans: *allaz
Indo-Europees: *al-
  • Verwant in Germaans:
West: Fries/Afrikaans: al, Engels: all, Schots: aw, Duits: all (Oudhoogduits, allīhho, Jiddisch: אַלץ (alts)
Noord: Zweeds: all, Deens: al, Noors; all, alt, IJslands/Faeröers: allur
Oost: Gotisch: alls

Bijwoord

al

  1. reeds
    • Hij heeft het al geprobeerd. 
  1. versterkend
    • Dat is al te dol! 
  1. ~ + deelwoord: terwijl, tijdens
    • Al wandelend kwam hij zijn oude vriend tegen. 
Vertalingen

Voegwoord

al

  1. ook wanneer, ondanks dat
    • Al is hij nog zo moe, hij blijft gewoon doorgaan. 
Vertalingen

Onbepaald voornaamwoord

al

  1. geheel
    • Hij probeerde het met al zijn macht. 
Antoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord al staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Achterhoeks

Bijwoord

al

  1. al; reeds


Angelsaksisch

Zelfstandig naamwoord

āl o

  1. vuur


Engels

enkelvoud meervoud
al als

Zelfstandig naamwoord

al

  1. (tweeletterwoord), (plantkunde) Morinda citrifolia noni of Indische moerbei
Verwante begrippen
Tweeletterwoorden in het Engels

aaabadaeagahaialamanarasatawaxaybabebibobydadedidoedefehelemeneresetexfafigigohahehihmhoidifinisitjokakilalilomamemimmmomumynanenonuodoeofohoiomonoporosowoxoypapepiqireshsisotatitouhumunupusutwewoxixuyayeyoza


Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

al

  1. (spreektaal) er, daar
  1. «Il est al Momo?»
    Is Momo er? [1]

Verwijzingen


Limburgs

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /aɫ/ (Etsbergs)

Bijwoord

al

  1. (Hooglimburgs) al
  2. (Hooglimburgs) alles
  3. (Hooglimburgs) helemaal

Zelfstandig naamwoord

al o

  1. (Hooglimburgs) heelal, universum
Verbuiging


Middelengels

Voegwoord

al

  1. al, ook al


Middelnederlands

Voegwoord

al

  1. al; ook wanneer, ondanks dat


Nedersaksisch

Bijwoord

al

  1. al; reeds
Schrijfwijzen

Oost-Fries

Bijwoord

al

  1. al; reeds

Spaans

Woordherkomst en -opbouw

Samenvoeging van a en el.

Uitspraak

Voorzetsel

al

  1. aan de
  1. «Doy el libro al vecino.»
    Ik geef het boek aan de buurman.


Zweeds

Zelfstandig naamwoord

al

  1. els


Turks

Bijvoeglijk naamwoord

al

  1. rood
  2. blozend
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.