pa

Niet te verwarren met: Pa, på, pā, pá, pà, pâ, pä, Pã

Nederlands

Uitspraak

Geluid: pa (hulp, bestand)
IPA: /pa:/

Woordafbreking

pa

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	pa	pa's
verkleinwoord	paatje	paatjes

Zelfstandig naamwoord

pa m

(familie) vader

- Mijn pa komt morgen op bezoek bij mij.

Vertalingen

1. vader

Duits: Papa ^(de) m
Engels: dad ^(en), pa ^(en)

Frans: papa ^(fr) m
Spaans: papá ^(es) m

Gangbaarheid

Het woord pa staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pa' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Engels

Zelfstandig naamwoord

pa

pa

Lets

Voorzetsel

pa

op

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.