omvouwen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·vou·wen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omvouwen
vouwde om
omgevouwen
zwak -d

gemengd

volledig

Werkwoord

omvouwen [1] [2]

  1. overgankelijk binnenste rand van iets naar buiten vouwen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • omvouwing
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord omvouwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.