ta

Niet te verwarren met: tå, tá

Frans
Uitspraak
  • Geluid:  ta    (hulp, bestand)
  • IPA: /ta/
Woordafbreking
  • ta
nominatief genitief datief accusatief benadrukt
tu ton / ta / tes te te toi
Bezittelijke voornaamwoorden in het Frans
bezitter: wat bezeten wordt:
enk mv
m v —
enk 1e pers. monmames
2e pers. tontates
3e pers. sonsases
mv1e pers. notrenos
2e pers. votre*vos*
3e pers. leurleurs
* als beleefdheidsvorm zowel meervoud als enkelvoud

Bezittelijk voornaamwoord

ta v enk

  1. jouw, je (bij vrouwelijke woorden in het enkelvoud, die in de uitspraak niet met een klinker beginnen)
  1. «Ta femme te trompe.»
    Jouw vrouw bedriegt je.
Opmerkingen
  • Bij vrouwelijke woorden die in de uitspraak wel met een klinker beginnen, wordt ton gebruikt.


Kiribatisch

Lidwoord

ta

  1. (tweeletterwoord) de, het (bepaald lidwoord, wordt gebruikt voor onzijdige zelfstandige naamwoorden en voor alle verkleinwoorden in het enkelvoud.)
  2. (tweeletterwoord) een (onbepaald lidwoord)

Noors
Uitspraak
  • Geluid:  ta    (hulp, bestand)
  • IPA: / tɑː /
Woordafbreking
  • ta
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord taka
Naar frequentie 62
vervoeging
onbepaalde wijs ta
tegenwoordige tijd tar
verleden tijd tok
voltooid
deelwoord		 tatt
onvoltooid
deelwoord		 takende
lijdende vorm taes
tas
gebiedende wijs ta
vervoegingsklasse Klasse 6 sterk
opmerking

Werkwoord

ta

  1. overgankelijk nemen, halen
  1. «Ta panna av plata og tilset sukkeret.»
    Haal de pan van de plaat en voeg de suiker toe.
  2. (tweeletterwoord) vangen
  3. (tweeletterwoord) arresteren, betrappen, pakken
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: ta beina på nakken / ta bena på nakken
de benen nemen
  • [1]: ta bladet fra munnen
de mond opendoen en spreken
«Han tok for første gang bladet fra munnen etter beskyldningene den siste tiden.»
Hij heeft het eerst de mond naar de aantijgingen de laatste tijd opengedaan en sprak.
  • [1]: ta kaka
(spreektaal) zich de sieg halen, vinnen / de papegaai geschoten hebben
Synoniemen
  • toppe
Uitdrukkingen en gezegden
  • [2]: ta laksen i garn
zalm in een net vangen
  • [3]: ta noen på fersk gjerning
iemand op heterdaad betrappen
  • [3]: ta noen for
iemand arresteren

Werkwoord

ta

  1. gebiedende wijs van ta
Verwante begrippen
Tweeletterwoorden in het Noors

ak • am • an • at • av • ba • be • BH • bh • bo • by • da • de • di • do • du • dø • ei • en • er • et • fa • få • ga • gi • gå • ha • ja • jo • la • lå • mi • må • ni • nu • ny • nå • og • OK • ok • òg • om • på • ro • sa • se • si • så • ta • ti • to • TV • tv • ut • vi • øl • øv • år

Nynorsk
Uitspraak
  • Geluid:  ta    (hulp, bestand)
  • IPA: /tɑː/
Woordafbreking
  • ta
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord taka
vervoeging
onbepaalde wijs ta
tegenwoordige tijd tek
verleden tijd tok
voltooid
deelwoord		 teke
tatt
onvoltooid
deelwoord		 takande
lijdende vorm takast
gebiedende wijs ta
vervoegingsklasse Klasse 6 sterk
opmerking

Werkwoord

ta

  1. overgankelijk, (tweeletterwoord) nemen, halen
  2. (tweeletterwoord) ta
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • ta kaka
(spreektaal) zich de sieg halen, vinnen / de papegaai geschoten hebben

Werkwoord

ta

  1. gebiedende wijs van ta
Schrijfwijzen
Verwante begrippen
Tweeletterwoorden in het Nynorsk

am • an • at • av • be • bo • by • da • de • di • do • du • dø • då • ei • en • er • et • fa • få • gi • ha • ja • jo • la • mi • må • ni • nu • ny • nå • og • òg • OK • ok • om • op • os • ro • på • sa • si • så • ta • ti • to • TV • tv • ut • vi • øl • øv • åh • år

Vietnamees

Voornaamwoord

ta

  1. (tweeletterwoord) ik (formeel persoonlijk voornaamwoord in de eerste persoon enkelvoud, gebruikt als meerdere tegen ondergeschikte(n))
  2. (tweeletterwoord) wij
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • chúng ta, ông ta, bà ta, anh ta

Zweeds
Uitspraak
  • Geluid:  ta    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ta
stamtijd
infinitief verleden
tijd		 supinum
ta
tog
tagit
volledig

Werkwoord

ta

  1. (tweeletterwoord) nemen
Afgeleide begrippen
  • avta
  • beslagta
  • frita
  • förta
  • inta
  • missta
  • omhänderta
  • tillta
  • uppta
  • återta
  • överta

Wogeo
Telwoord (woc)
1
2
3
4
5
6
7
8

Hoofdtelwoord

ta

  1. (tweeletterwoord) één
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.