ombinden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·bin·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van om en binden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ombinden |
bond om |
omgebonden |
klasse 3 | volledig |
Werkwoord
ómbinden
- overgankelijk iets bevestigen door bindsels rond een bestigingspunt te wentelen
- Het ooglapje werd omgebonden en het piratenkeppeltje werd opgezet.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ombinden |
ombond |
ombonden |
klasse 3 | volledig |
Werkwoord
ombínden
- overgankelijk bedekken met bindsels
- Elk wondje werd ombonden; hij zag eruit als een mummie.
Gangbaarheid
- Het woord ombinden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ombinden' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.