ommekeer
Nederlands
Woordafbreking
- om·me·keer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van om en keer met het invoegsel -e-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ommekeer | ommekeren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
ommekeer m
- iets dat totaal anders is geworden
- Na de ommekeer wist het Nederlands elftal opeens alle wedstrijden te winnen.
Vertalingen
1. iets dat totaal anders is geworden
Gangbaarheid
- Het woord ommekeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ommekeer' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.