omsingelen
Nederlands
Woordafbreking
- om·sin·ge·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende afleiing van om (bijwoord) en singel (zelfstandig naamwoord) met het achtervoegsel -en dat de onbepaalde wijs van een (werkwoord) vormt
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
omsingelen |
omsingelde |
omsingeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
omsingelen
- overgankelijk aan alle kanten omsluiten
- De Duitsers trachtten bij Koersk het Rode Leger te omsingelen.
Vertalingen
1. aan alle kanten omsluiten
Gangbaarheid
- Het woord omsingelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'omsingelen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.