et

Nederlands

Niet te verwarren met: et-
Uitspraak
  • Geluid:  et    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɛt/
Woordafbreking
  • et
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘cetera, etc. enzovoorts’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1570 [1]

Werkwoord

vervoeging van
etten

et

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van etten
  2. gebiedende wijs van etten

Verwijzingen


Catalaans

Persoonlijk voornaamwoord

et

  1. jou, je (lijdend en meewerkend voorwerp, vóór het werkwoord)


Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ed/
Woordafbreking
  • et
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord eitt
Naar frequentie 29
Telwoord (dan)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 106
3 13 30 109
4 14 40 1012
5 15 50 1015
6 16 60 1018
7 17 70 1021
8 18 80 1024
9 19 90 1027

Hoofdtelwoord

et

  1. een, één

Lidwoord

et

  1. een (voor woorden met het onzijdige geslacht)
Verwante begrippen
  • en (voor woorden met het gemeenschappelijke geslacht)

Onbepaald voornaamwoord

et

  1. een, iemand (voor woorden met het onzijdige geslacht)
Schrijfwijzen
Verwante begrippen
  • en (voor woorden met het gemeenschappelijke geslacht)


Frans

Voegwoord

et

  1. en


Latijn

Voegwoord

et

  1. en
  1. «panem et circenses»
    brood en spelen
  2. ook
  1. «Et tu, Brute?»
    Jij ook, Brutus?


Nedersaksisch

Lidwoord

et

  1. 't, het; onzijdig bepaald lidwoord
Synoniemen


Noors

Uitspraak
  • Geluid:  et    (hulp, bestand)
  • IPA: /et/
Woordafbreking
  • et
Woordherkomst en -opbouw
  • Lidwoord, onbepaald voornaamwoord: Afkomstig van het Oudnoorse woord eitt.
  • Voegwoord; Afkomstig van het Latijnse woord et.
Naar frequentie 32

Lidwoord

et (voor woorden met het onzijdige geslacht)

  1. een
Verwante begrippen
  • en (voor woorden met het mannelijke en vrouwelijke geslacht)
  • ei (voor woorden met het vrouwelijke geslacht)

Voegwoord

et

  1. en
Schrijfwijzen
  • &
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Onbepaald voornaamwoord

et (voor woorden met het onzijdige geslacht)

  1. (een) iemand
  1. «Viss vi har et og annet å snakke om.»
    Gewis hebben we het een en ander om over te praten.
Verwante begrippen
  • en (voor woorden met het mannelijke geslacht)
  • ei (voor woorden met het vrouwelijke geslacht)


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid:  et    (hulp, bestand)
  • IPA: /et/
Woordafbreking
  • et
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Latijnse woord et.

Voegwoord

et

  1. en
Schrijfwijzen
  • &
Synoniemen
Afgeleide begrippen


Stellingwerfs

Lidwoord

et

  1. 't, het; onzijdig bepaald lidwoord


Turks

Woordafbreking
  • et
enkelvoud meervoud
nominatief   et     etler  
genitief   etin     etlerin  
datief   ete     etlere  
accusatief   eti     etleri  
locatief   ette     etlerde  
ablatief   etten     etlerden  

Zelfstandig naamwoord

et

  1. (anatomie) vlees, spierweefsel
  2. (voeding) vlees
  3. vruchtvlees
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.