omheen
Nederlands
Woordafbreking
- om·heen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van om en heen [1]
Voorzetsel
(scheidbaar)
omheen
- om, rond, rondom, aan alle kanten, langs alle kanten
- De bomen staan om de kerk heen.
- Vervolgens loop je om een groot beeld heen.
Vertalingen
1. om, rond, rondom, aan alle kanten, langs alle kanten
|
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | omheen | |
persoonlijk | eromheen | |
aanwijz. | nabij | hieromheen |
veraf | daaromheen | |
vragend/betrekk. | waaromheen |
Bijwoord
(scheidbaar)
omheen
prepositioneel deel van een voornaamwoordelijk bijwoord
- om, rond, rondom, aan alle kanten, langs alle kanten.
- Hier stonden bomen omheen.
- Er liepen mensen om de kerk heen.
Uitdrukkingen en gezegden
- omheen lopen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord omheen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'omheen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.