omkieperen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·kie·pe·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
omkieperen
kieperde om
omgekieperd
zwak -d volledig

Werkwoord

omkieperen

  1. overgankelijk omverwerpen zodat de inhoud vrijkomt
    • De baldadige jongens kieperden alle vuilnisbakken om. 
  1. ergatief omvergaan zodat de inhoud vrijkomt
    • De vuilnisbakken waren allemaal omgekieperd. 

Gangbaarheid

  • Het woord omkieperen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.