twee
Nederlands
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
0 | 0 | 0 | 2 |
twee,
op een abacus
op een abacus
Woordafbreking
- twee
Woordherkomst en -opbouw
- (erfwoord) via Middelnederlands twee van Oudnederlands twē, in de betekenis van ‘telwoord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 222 [1][2][3]
Hoofdtelwoord
twee
- De totale kosten bedragen twee euro en zevendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- Het juiste antwoord op opgave twee is "42".
Afgeleide begrippen
zelfstandig naamwoord samengesteld met "twee" ht
- hartentwee
- kanaaltwee
- klavertwee
- ruitentwee
- schoppentwee
- twee-eenheid
- twee-euromunt
- twee-eurostuk
- twee-onder-een-kapwoning
- twee-onder-een-kapwoningwijk
- twee-oudergezin
- twee-relatie
- tweeakter
- tweebaansweg
- tweebak
- tweecomponentenlijm
- tweedekker
- tweedeling
- tweedeursauto
- tweedimensionaliteit
- tweedonker
- tweedracht
- tweedrank
- tweegesprek
- tweegevecht
- tweeheid
- tweekwartsmaat
- tweeletterwoord
- tweelicht
- tweeling
- tweeluik
- tweekamerappartement
- tweekamerstelsel
- tweekamerwoning
- tweekamp
- tweekapper
- tweeklank
- tweemaster
- tweepartijenstelsel
- tweepartijensysteem
- tweepersoonsbed
- tweepersoonshuishouden
- tweepersoonskamer
- tweepoot
- tweerelatie
- tweerichtingsverkeer
- tweeslag
- tweespalt
- tweespan
- tweesporenbeleid
- tweespraak
- tweesprong
- tweestatenoplossing
- tweesterrenhotel
- tweesterrenrestaurant
- tweestrijd
- tweetakt
- tweetal
- tweeterm
- tweetrapsraket
- tweeverdiener
- tweevlakshoek
- tweevleugelige
- tweevoeter
- tweevoud
- tweewieler
- tweewoonst
- tweezitter
- vier-twee-vieropstelling
bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "twee" ht
- twee-urig
- twee-eiig
- tweeaderig
- tweearmig
- tweeassig
- tweeatomig
- tweebaans
- tweebenig
- tweebloemig
- tweebroederig
- tweedaags
- tweedelig
- tweederlei
- tweedeurs
- tweedimensionaal
- tweedubbel
- tweefasig
- tweegestreept
- tweehandig
- tweehelmig
- tweehoevig
- tweehokkig
- tweehoofdig
- tweehuizig
- tweejarig
- tweejukkig
- tweekieuwig
- tweeklauwig
- tweekleppig
- tweekleurig
- tweekolommig
- tweekoppig
- tweeledig
- tweelettergrepig
- tweemaandelijks
- tweemalig
- tweemannig
- tweemotorig
- tweeogig
- tweepersoons
- tweepits
- tweepolig
- tweeraderig
- tweeregelig
- tweeriemig
- tweerijig
- tweeschalig
- tweeslachtig
- tweesnijdend
- tweespillig
- tweespletig
- tweesporig
- tweestaartig
- tweestemmig
- tweestijlig
- tweestralig
- tweetakkig
- tweetalig
- tweetallig
- tweetandig
- tweetongig
- tweetonig
- tweetoppig
- tweevakkig
- tweevervig
- tweevingerig
- tweevlakkig
- tweevleugelig
- tweevoetig
- tweevormig
- tweevoudig
- tweevuldig
- tweewaardig
- tweewandig
- tweewielig
- tweezadig
- tweezijdig
- tweezits
- tweeërlei
bijwoord
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met twee ht als linkerdeel
hooftelwoorden samengesteld met "twee" ht als rechterdeel
- achtendertighonderdtwee
- achtennegentighonderdtwee
- achtentachtighonderdtwee
- achtentwintighonderdtwee
- achtenveertighonderdtwee
- achtenvijftighonderdtwee
- achtenzestighonderdtwee
- achtenzeventighonderdtwee
- achtduizend twee
- achthonderdtwee
- achttienhonderdtwee
- dertienhonderdtwee
- drieëndertighonderdtwee
- drieënnegentighonderdtwee
- drieëntachtighonderdtwee
- drieëntwintighonderdtwee
- drieënveertighonderdtwee
- drieënvijftighonderdtwee
- drieënzestighonderdtwee
- drieënzeventighonderdtwee
- drieduizend twee
- driehonderdtwee
- duizend twee
- eenendertighonderdtwee
- eenennegentighonderdtwee
- eenentachtighonderdtwee
- eenentwintighonderdtwee
- eenenveertighonderdtwee
- eenenvijftighonderdtwee
- eenenzestighonderdtwee
- eenenzeventighonderdtwee
- elfhonderdtwee
- honderdtwee
- negenendertighonderdtwee
- negenennegentighonderdtwee
- negenentachtighonderdtwee
- negenentwintighonderdtwee
- negenenveertighonderdtwee
- negenenvijftighonderdtwee
- negenenzestighonderdtwee
- negenenzeventighonderdtwee
- negenduizend twee
- negenhonderdtwee
- negentienhonderdtwee
- twaalfhonderdtwee
- tweeëndertighonderdtwee
- tweeënnegentighonderdtwee
- tweeëntachtighonderdtwee
- tweeëntwintighonderdtwee
- tweeënveertighonderdtwee
- tweeënvijftighonderdtwee
- tweeënzestighonderdtwee
- tweeënzeventighonderdtwee
- tweeduizend twee
- tweehonderdtwee
- veertienhonderdtwee
- vierendertighonderdtwee
- vierennegentighonderdtwee
- vierentachtighonderdtwee
- vierentwintighonderdtwee
- vierenveertighonderdtwee
- vierenvijftighonderdtwee
- vierenzestighonderdtwee
- vierenzeventighonderdtwee
- vierduizend twee
- vierhonderdtwee
- vijfendertighonderdtwee
- vijfennegentighonderdtwee
- vijfentachtighonderdtwee
- vijfentwintighonderdtwee
- vijfenveertighonderdtwee
- vijfenvijftighonderdtwee
- vijfenzestighonderdtwee
- vijfenzeventighonderdtwee
- vijfduizend twee
- vijfhonderdtwee
- vijftienhonderdtwee
- zesendertighonderdtwee
- zesennegentighonderdtwee
- zesentachtighonderdtwee
- zesentwintighonderdtwee
- zesenveertighonderdtwee
- zesenvijftighonderdtwee
- zesenzestighonderdtwee
- zesenzeventighonderdtwee
- zesduizend twee
- zeshonderdtwee
- zestienhonderdtwee
- zevenendertighonderdtwee
- zevenennegentighonderdtwee
- zevenentachtighonderdtwee
- zevenentwintighonderdtwee
- zevenenveertighonderdtwee
- zevenenvijftighonderdtwee
- zevenenzestighonderdtwee
- zevenenzeventighonderdtwee
- zevenduizend twee
- zevenhonderdtwee
- zeventienhonderdtwee
Uitdrukkingen en gezegden
- geen twee deuntjes voor één cent zingengeen zin hebben hetzelfde nog een keer te herhalen
- met twee maten metenniet gelijk behandeld worden (in dezelfde omstandigheden)
- met twee monden pratenjezelf tegenspreken in verschillende situaties ofwel: niet eerlijk zijn
- met twee tongen sprekenniet eerlijk zijn
- niet in twee sloten tegelijk lopenvoorzichtig zijn en op zichzelf kunnen passen
- op twee gedachten hinkengeen beslissing kunnen nemen tussen oplossingen
- op elkaar lijken als twee druppels waterprecies op elkaar lijken
- tussen twee vuren zittenmoeten kiezen tussen twee onaangename mogelijkheden ofwel: zich bevinden tussen twee ruziemakers
- twee handen op één buiknauw, maar onopvallend met elkaar samenwerkende personen
- twee linkerhanden hebbenonhandig zijn, werk altijd laten mislukken
- twee ruggen uit een varken willen snijdenuit één ding dubbel het voordeel willen halen
- twee vliegen in één klap slaandoor één ding te doen meteen twee dingen oplossen/bereiken
- twee zielen, één gedachtetwee mensen die op hetzelfde moment hetzelfde idee hebben
- van twee kaden de beste kiezenuit twee onaangename dingen de minst slechtste kiezen
- van twee walletjes/wallen etenbeide partijen te vriend proberen te houden om van beiden iets te krijgen
Spreekwoorden
- [2.1] als twee honden vechten om een been, loopt de derde er mee heenals twee personen ruzie hebben of er niet uit komen, kan een derde daarvan profiteren
- [2.1] een gewaarschuwd mens telt voor tweewie vooraf over een risico hoort, kan zich daarop voorbereiden
- [2.1] het mes snijdt aan twee kantenbeiden voordeel ergens hebben
- [2.1] maak je maar boos, dan heb je twee keer werk, één keer om boos te worden, en één om niet meer boos te zijnwoede kost veel energie en lost niets op
- [2.1] niemand kan twee heren dienentwee dingen tegelijk doen gaat niet
- [2.1] waar twee kijven hebben twee schuldals iemand tegen je kijft is dat nog geen excuus om op dezelfde manier terug te kijven
Vertalingen
1. het getal 2
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | twee | tweeën |
verkleinwoord | tweetje | tweetjes |
Zelfstandig naamwoord
twee v / m
- het cijfer twee
- In zijn handschrift was de Z niet van de twee te onderscheiden.
- dat wat in een (rang)ordening met 2 is aangeduid
- Het is weer de twee die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen?
- Hij had veel onvoldoendes, drie vijven en een twee.
twee mv
- groep van 2 eenheden
- Die twee zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen.
- We waren met z'n tweetjes.
Afgeleide begrippen
- [1] dubbeltwee
- [3] top twee
Uitdrukkingen en gezegden
- [3] eten voor tweeveel eten
Vertalingen
1. het cijfer twee
Gangbaarheid
- Het woord twee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'twee' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Achterhoeks
Afrikaans
Drents
Nedersaksisch
Oost-Fries
Sallands
Stellingwerfs
Twents
Veluws
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.