eenenzeventig

Nederlands

0071
eenenzeventig,
op een abacus


Telwoord (nl)
0123456789
10111213141516171819
20212223242526272829
30313233343536373839
40414243444546474849
50515253545556575859
60616263646566676869
70717273747576777879
80818283848586878889
90919293949596979899
1002003004005006007008009001000
10610910121015101810211024102710301033
1036103910421045104810511054105710601063
1010010303103003
Uitspraak
  • Geluid:  eenenzeventig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈenənˌsevə(n)təx/; soms met nadruk ter onderscheiding van "eenennegentig": /ˈenənˌzøvəntəx/
Woordafbreking
  • een·en·ze·ven·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

eenenzeventig

  1. "71", het getal tussen zeventig en tweeënzeventig, zeventig plus een
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen eenenzeventig euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • Het juiste antwoord op opgave eenenzeventig is "42". 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
  • eenenzeventigen (oude verbogen vorm na sommige voorzetsels)

zelfstandig naamwoord samengesteld met "eenenzeventig" ht

  • eenenzeventigjarige
  • eenenzeventigtal
  • eenenzeventigvoud

bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "eenenzeventig" ht

  • eenenzeventigjarig
  • eenenzeventigvoudig

bijwoord

  • eenenzeventigmaal

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "eenenzeventig" ht als linkerdeel

  • eenenzeventig en een half
  • eenenzeventigduizend
  • eenenzeventigenhalf
  • eenenzeventighonderd
hooftelwoorden samengesteld met "eenenzeventig" ht als rechterdeel
  • achtendertighonderdeenenzeventig
  • achtennegentighonderdeenenzeventig
  • achtentachtighonderdeenenzeventig
  • achtentwintighonderdeenenzeventig
  • achtenveertighonderdeenenzeventig
  • achtenvijftighonderdeenenzeventig
  • achtenzestighonderdeenenzeventig
  • achtenzeventighonderdeenenzeventig
  • achtduizend eenenzeventig
  • achthonderdeenenzeventig
  • achttienhonderdeenenzeventig
  • dertienhonderdeenenzeventig
  • drieëndertighonderdeenenzeventig
  • drieënnegentighonderdeenenzeventig
  • drieëntachtighonderdeenenzeventig
  • drieëntwintighonderdeenenzeventig
  • drieënveertighonderdeenenzeventig
  • drieënvijftighonderdeenenzeventig
  • drieënzestighonderdeenenzeventig
  • drieënzeventighonderdeenenzeventig
  • drieduizend eenenzeventig
  • driehonderdeenenzeventig
  • duizend eenenzeventig
  • eenendertighonderdeenenzeventig
  • eenennegentighonderdeenenzeventig
  • eenentachtighonderdeenenzeventig
  • eenentwintighonderdeenenzeventig
  • eenenveertighonderdeenenzeventig
  • eenenvijftighonderdeenenzeventig
  • eenenzestighonderdeenenzeventig
  • eenenzeventighonderdeenenzeventig
  • elfhonderdeenenzeventig
  • honderdeenenzeventig
  • negenendertighonderdeenenzeventig
  • negenennegentighonderdeenenzeventig
  • negenentachtighonderdeenenzeventig
  • negenentwintighonderdeenenzeventig
  • negenenveertighonderdeenenzeventig
  • negenenvijftighonderdeenenzeventig
  • negenenzestighonderdeenenzeventig
  • negenenzeventighonderdeenenzeventig
  • negenduizend eenenzeventig
  • negenhonderdeenenzeventig
  • negentienhonderdeenenzeventig
  • twaalfhonderdeenenzeventig
  • tweeëndertighonderdeenenzeventig
  • tweeënnegentighonderdeenenzeventig
  • tweeëntachtighonderdeenenzeventig
  • tweeëntwintighonderdeenenzeventig
  • tweeënveertighonderdeenenzeventig
  • tweeënvijftighonderdeenenzeventig
  • tweeënzestighonderdeenenzeventig
  • tweeënzeventighonderdeenenzeventig
  • tweeduizend eenenzeventig
  • tweehonderdeenenzeventig
  • veertienhonderdeenenzeventig
  • vierendertighonderdeenenzeventig
  • vierennegentighonderdeenenzeventig
  • vierentachtighonderdeenenzeventig
  • vierentwintighonderdeenenzeventig
  • vierenveertighonderdeenenzeventig
  • vierenvijftighonderdeenenzeventig
  • vierenzestighonderdeenenzeventig
  • vierenzeventighonderdeenenzeventig
  • vierduizend eenenzeventig
  • vierhonderdeenenzeventig
  • vijfendertighonderdeenenzeventig
  • vijfennegentighonderdeenenzeventig
  • vijfentachtighonderdeenenzeventig
  • vijfentwintighonderdeenenzeventig
  • vijfenveertighonderdeenenzeventig
  • vijfenvijftighonderdeenenzeventig
  • vijfenzestighonderdeenenzeventig
  • vijfenzeventighonderdeenenzeventig
  • vijfduizend eenenzeventig
  • vijfhonderdeenenzeventig
  • vijftienhonderdeenenzeventig
  • zesendertighonderdeenenzeventig
  • zesennegentighonderdeenenzeventig
  • zesentachtighonderdeenenzeventig
  • zesentwintighonderdeenenzeventig
  • zesenveertighonderdeenenzeventig
  • zesenvijftighonderdeenenzeventig
  • zesenzestighonderdeenenzeventig
  • zesenzeventighonderdeenenzeventig
  • zesduizend eenenzeventig
  • zeshonderdeenenzeventig
  • zestienhonderdeenenzeventig
  • zevenendertighonderdeenenzeventig
  • zevenennegentighonderdeenenzeventig
  • zevenentachtighonderdeenenzeventig
  • zevenentwintighonderdeenenzeventig
  • zevenenveertighonderdeenenzeventig
  • zevenenvijftighonderdeenenzeventig
  • zevenenzestighonderdeenenzeventig
  • zevenenzeventighonderdeenenzeventig
  • zevenduizend eenenzeventig
  • zevenhonderdeenenzeventig
  • zeventienhonderdeenenzeventig
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord eenenzeventig eenenzeventigs
verkleinwoord eenenzeventigje eenenzeventigjes

Zelfstandig naamwoord

eenenzeventig v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 71 is aangeduid
    • Het is weer de eenenzeventig die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen? 
    • Haar tweeënzeventigste verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de eenenzeventig eenmaal voorbij was. 

eenenzeventig mv

  1. groep van 71 eenheden
    • De eenenzeventig zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen. 

Gangbaarheid

  • Het woord eenenzeventig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.