negenentwintig

Nederlands

0029
negenentwintig,
op een abacus


Telwoord (nl)
0123456789
10111213141516171819
20212223242526272829
30313233343536373839
40414243444546474849
50515253545556575859
60616263646566676869
70717273747576777879
80818283848586878889
90919293949596979899
1002003004005006007008009001000
10610910121015101810211024102710301033
1036103910421045104810511054105710601063
1010010303103003
Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·gen·en·twin·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

negenentwintig

  1. "29", het getal tussen achtentwintig en dertig, twintig plus negen
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen negenentwintig euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • Het juiste antwoord op opgave negenentwintig is "42". 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
  • negenentwintigen (oude verbogen vorm na sommige voorzetsels)

zelfstandig naamwoord samengesteld met "negenentwintig" ht

  • negenentwintigjarige
  • negenentwintigtal
  • negenentwintigvoud

bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "negenentwintig" ht

  • negenentwintigjarig
  • negenentwintigvoudig

bijwoord

  • negenentwintigmaal

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "negenentwintig" ht als linkerdeel

  • negenentwintig en een half
  • negenentwintigduizend
  • negenentwintigenhalf
  • negenentwintighonderd
hooftelwoorden samengesteld met "negenentwintig" ht als rechterdeel
  • achtendertighonderdnegenentwintig
  • achtennegentighonderdnegenentwintig
  • achtentachtighonderdnegenentwintig
  • achtentwintighonderdnegenentwintig
  • achtenveertighonderdnegenentwintig
  • achtenvijftighonderdnegenentwintig
  • achtenzestighonderdnegenentwintig
  • achtenzeventighonderdnegenentwintig
  • achtduizend negenentwintig
  • achthonderdnegenentwintig
  • achttienhonderdnegenentwintig
  • dertienhonderdnegenentwintig
  • drieëndertighonderdnegenentwintig
  • drieënnegentighonderdnegenentwintig
  • drieëntachtighonderdnegenentwintig
  • drieëntwintighonderdnegenentwintig
  • drieënveertighonderdnegenentwintig
  • drieënvijftighonderdnegenentwintig
  • drieënzestighonderdnegenentwintig
  • drieënzeventighonderdnegenentwintig
  • drieduizend negenentwintig
  • driehonderdnegenentwintig
  • duizend negenentwintig
  • eenendertighonderdnegenentwintig
  • eenennegentighonderdnegenentwintig
  • eenentachtighonderdnegenentwintig
  • eenentwintighonderdnegenentwintig
  • eenenveertighonderdnegenentwintig
  • eenenvijftighonderdnegenentwintig
  • eenenzestighonderdnegenentwintig
  • eenenzeventighonderdnegenentwintig
  • elfhonderdnegenentwintig
  • honderdnegenentwintig
  • negenendertighonderdnegenentwintig
  • negenennegentighonderdnegenentwintig
  • negenentachtighonderdnegenentwintig
  • negenentwintighonderdnegenentwintig
  • negenenveertighonderdnegenentwintig
  • negenenvijftighonderdnegenentwintig
  • negenenzestighonderdnegenentwintig
  • negenenzeventighonderdnegenentwintig
  • negenduizend negenentwintig
  • negenhonderdnegenentwintig
  • negentienhonderdnegenentwintig
  • twaalfhonderdnegenentwintig
  • tweeëndertighonderdnegenentwintig
  • tweeënnegentighonderdnegenentwintig
  • tweeëntachtighonderdnegenentwintig
  • tweeëntwintighonderdnegenentwintig
  • tweeënveertighonderdnegenentwintig
  • tweeënvijftighonderdnegenentwintig
  • tweeënzestighonderdnegenentwintig
  • tweeënzeventighonderdnegenentwintig
  • tweeduizend negenentwintig
  • tweehonderdnegenentwintig
  • veertienhonderdnegenentwintig
  • vierendertighonderdnegenentwintig
  • vierennegentighonderdnegenentwintig
  • vierentachtighonderdnegenentwintig
  • vierentwintighonderdnegenentwintig
  • vierenveertighonderdnegenentwintig
  • vierenvijftighonderdnegenentwintig
  • vierenzestighonderdnegenentwintig
  • vierenzeventighonderdnegenentwintig
  • vierduizend negenentwintig
  • vierhonderdnegenentwintig
  • vijfendertighonderdnegenentwintig
  • vijfennegentighonderdnegenentwintig
  • vijfentachtighonderdnegenentwintig
  • vijfentwintighonderdnegenentwintig
  • vijfenveertighonderdnegenentwintig
  • vijfenvijftighonderdnegenentwintig
  • vijfenzestighonderdnegenentwintig
  • vijfenzeventighonderdnegenentwintig
  • vijfduizend negenentwintig
  • vijfhonderdnegenentwintig
  • vijftienhonderdnegenentwintig
  • zesendertighonderdnegenentwintig
  • zesennegentighonderdnegenentwintig
  • zesentachtighonderdnegenentwintig
  • zesentwintighonderdnegenentwintig
  • zesenveertighonderdnegenentwintig
  • zesenvijftighonderdnegenentwintig
  • zesenzestighonderdnegenentwintig
  • zesenzeventighonderdnegenentwintig
  • zesduizend negenentwintig
  • zeshonderdnegenentwintig
  • zestienhonderdnegenentwintig
  • zevenendertighonderdnegenentwintig
  • zevenennegentighonderdnegenentwintig
  • zevenentachtighonderdnegenentwintig
  • zevenentwintighonderdnegenentwintig
  • zevenenveertighonderdnegenentwintig
  • zevenenvijftighonderdnegenentwintig
  • zevenenzestighonderdnegenentwintig
  • zevenenzeventighonderdnegenentwintig
  • zevenduizend negenentwintig
  • zevenhonderdnegenentwintig
  • zeventienhonderdnegenentwintig
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord negenentwintig negenentwintigs
verkleinwoord negenentwintigje negenentwintigjes

Zelfstandig naamwoord

negenentwintig v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 29 is aangeduid
    • Het is weer de negenentwintig die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen? 
    • Haar dertigste verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de negenentwintig eenmaal voorbij was. 

negenentwintig mv

  1. groep van 29 eenheden
    • De negenentwintig zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen. 

Gangbaarheid

  • Het woord negenentwintig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.