tweeverdiener
Nederlands
Woordafbreking
- twee·ver·die·ner
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van twee en verdiener [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweeverdiener | tweeverdieners |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
tweeverdiener m
- (economie) de helft van een echtpaar of ander samenwonend stel, eventueel met kinderen, waarvan beiden een eigen inkomen verwerven via betaald werk
Afgeleide begrippen
- tweeverdienermodel, tweeverdienerswet
Gangbaarheid
- Het woord tweeverdiener staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.