tweejarig
Nederlands
Woordafbreking
- twee·ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘twee jaar oud’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- Samenstellende afleiding van twee en jaar met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | tweejarig |
verbogen | tweejarige |
partitief | tweejarigs |
Bijvoeglijk naamwoord
tweejarig
- twee jaar oud
Gangbaarheid
- Het woord tweejarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tweejarig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.