vijfenvijftig

Nederlands

0055
vijfenvijftig,
op een abacus


Telwoord (nl)
0123456789
10111213141516171819
20212223242526272829
30313233343536373839
40414243444546474849
50515253545556575859
60616263646566676869
70717273747576777879
80818283848586878889
90919293949596979899
1002003004005006007008009001000
10610910121015101810211024102710301033
1036103910421045104810511054105710601063
1010010303103003
Uitspraak
Woordafbreking
  • vijf·en·vijf·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

vijfenvijftig

  1. "55", het getal tussen vierenvijftig en zesenvijftig, vijftig plus vijf
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vijfenvijftig euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • Het juiste antwoord op opgave vijfenvijftig is "42". 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
  • vijfenvijftigen (oude verbogen vorm na sommige voorzetsels)

zelfstandig naamwoord samengesteld met "vijfenvijftig" ht

  • vijfenvijftigjarige
  • vijfenvijftigplusser
  • vijfenvijftigtal
  • vijfenvijftigvoud

bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "vijfenvijftig" ht

  • vijfenvijftigjarig
  • vijfenvijftigvoudig

bijwoord

  • vijfenvijftigmaal

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vijfenvijftig" ht als linkerdeel

  • vijfenvijftig en een half
  • vijfenvijftigduizend
  • vijfenvijftigenhalf
  • vijfenvijftighonderd
hooftelwoorden samengesteld met "vijfenvijftig" ht als rechterdeel
  • achtendertighonderdvijfenvijftig
  • achtennegentighonderdvijfenvijftig
  • achtentachtighonderdvijfenvijftig
  • achtentwintighonderdvijfenvijftig
  • achtenveertighonderdvijfenvijftig
  • achtenvijftighonderdvijfenvijftig
  • achtenzestighonderdvijfenvijftig
  • achtenzeventighonderdvijfenvijftig
  • achtduizend vijfenvijftig
  • achthonderdvijfenvijftig
  • achttienhonderdvijfenvijftig
  • dertienhonderdvijfenvijftig
  • drieëndertighonderdvijfenvijftig
  • drieënnegentighonderdvijfenvijftig
  • drieëntachtighonderdvijfenvijftig
  • drieëntwintighonderdvijfenvijftig
  • drieënveertighonderdvijfenvijftig
  • drieënvijftighonderdvijfenvijftig
  • drieënzestighonderdvijfenvijftig
  • drieënzeventighonderdvijfenvijftig
  • drieduizend vijfenvijftig
  • driehonderdvijfenvijftig
  • duizend vijfenvijftig
  • eenendertighonderdvijfenvijftig
  • eenennegentighonderdvijfenvijftig
  • eenentachtighonderdvijfenvijftig
  • eenentwintighonderdvijfenvijftig
  • eenenveertighonderdvijfenvijftig
  • eenenvijftighonderdvijfenvijftig
  • eenenzestighonderdvijfenvijftig
  • eenenzeventighonderdvijfenvijftig
  • elfhonderdvijfenvijftig
  • honderdvijfenvijftig
  • negenendertighonderdvijfenvijftig
  • negenennegentighonderdvijfenvijftig
  • negenentachtighonderdvijfenvijftig
  • negenentwintighonderdvijfenvijftig
  • negenenveertighonderdvijfenvijftig
  • negenenvijftighonderdvijfenvijftig
  • negenenzestighonderdvijfenvijftig
  • negenenzeventighonderdvijfenvijftig
  • negenduizend vijfenvijftig
  • negenhonderdvijfenvijftig
  • negentienhonderdvijfenvijftig
  • twaalfhonderdvijfenvijftig
  • tweeëndertighonderdvijfenvijftig
  • tweeënnegentighonderdvijfenvijftig
  • tweeëntachtighonderdvijfenvijftig
  • tweeëntwintighonderdvijfenvijftig
  • tweeënveertighonderdvijfenvijftig
  • tweeënvijftighonderdvijfenvijftig
  • tweeënzestighonderdvijfenvijftig
  • tweeënzeventighonderdvijfenvijftig
  • tweeduizend vijfenvijftig
  • tweehonderdvijfenvijftig
  • veertienhonderdvijfenvijftig
  • vierendertighonderdvijfenvijftig
  • vierennegentighonderdvijfenvijftig
  • vierentachtighonderdvijfenvijftig
  • vierentwintighonderdvijfenvijftig
  • vierenveertighonderdvijfenvijftig
  • vierenvijftighonderdvijfenvijftig
  • vierenzestighonderdvijfenvijftig
  • vierenzeventighonderdvijfenvijftig
  • vierduizend vijfenvijftig
  • vierhonderdvijfenvijftig
  • vijfendertighonderdvijfenvijftig
  • vijfennegentighonderdvijfenvijftig
  • vijfentachtighonderdvijfenvijftig
  • vijfentwintighonderdvijfenvijftig
  • vijfenveertighonderdvijfenvijftig
  • vijfenvijftighonderdvijfenvijftig
  • vijfenzestighonderdvijfenvijftig
  • vijfenzeventighonderdvijfenvijftig
  • vijfduizend vijfenvijftig
  • vijfhonderdvijfenvijftig
  • vijftienhonderdvijfenvijftig
  • zesendertighonderdvijfenvijftig
  • zesennegentighonderdvijfenvijftig
  • zesentachtighonderdvijfenvijftig
  • zesentwintighonderdvijfenvijftig
  • zesenveertighonderdvijfenvijftig
  • zesenvijftighonderdvijfenvijftig
  • zesenzestighonderdvijfenvijftig
  • zesenzeventighonderdvijfenvijftig
  • zesduizend vijfenvijftig
  • zeshonderdvijfenvijftig
  • zestienhonderdvijfenvijftig
  • zevenendertighonderdvijfenvijftig
  • zevenennegentighonderdvijfenvijftig
  • zevenentachtighonderdvijfenvijftig
  • zevenentwintighonderdvijfenvijftig
  • zevenenveertighonderdvijfenvijftig
  • zevenenvijftighonderdvijfenvijftig
  • zevenenzestighonderdvijfenvijftig
  • zevenenzeventighonderdvijfenvijftig
  • zevenduizend vijfenvijftig
  • zevenhonderdvijfenvijftig
  • zeventienhonderdvijfenvijftig
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord vijfenvijftig vijfenvijftigs
verkleinwoord vijfenvijftigje vijfenvijftigjes

Zelfstandig naamwoord

vijfenvijftig v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 55 is aangeduid
    • Het is weer de vijfenvijftig die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen? 
    • Haar zesenvijftigste verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de vijfenvijftig eenmaal voorbij was. 

vijfenvijftig mv

  1. groep van 55 eenheden
    • De vijfenvijftig zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen. 

Gangbaarheid

  • Het woord vijfenvijftig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.