vijftien

• Geluid:  vijftien    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈvɛiftin /; /ˈvɛi ̯ftin/

• vijf·tien

• van Middelnederlands vijftien, als telwoord voor het eerst aangetroffen in het jaar 1237, samenstelling van  vijf ht  en  tien ht  [1][2][3]

vijftien

1. "15", het getal tussen veertien en zestien, tien plus vijf
   1. om een hoeveelheid aan te geven

1. 1. • De totale kosten bedragen vijftien euro en zevendertig cent. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

1. 1. • Het juiste antwoord op opgave vijftien is "42". 

• 15 (decimaal)
• 1111 (binair)
• F (hexadecimaal)
• XV (Romeins)

• vijftienen (oude verbogen vorm na sommige voorzetsels)
• gevijftienen
• alle vijftien

zelfstandig naamwoord samengesteld met "vijftien" ht

• vijftienhoek
• vijftienjarige
• vijftienletterwoord
• vijftienminutenlader
• vijftiental
• vijftienvoud

bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "vijftien" ht

• vijftienjarig
• vijftienkoppig
• vijftienvoudig

bijwoord

• vijftienhoog
• vijftienmaal

rangtelwoord

• vijftiende, vijftienden

hooftelwoorden samengesteld met "vijftien" ht als linkerdeel

• vijftien en een half
• vijftienduizend
• vijftienenhalf
• vijftienhonderd

vijftien v / m

1. dat wat in een (rang)ordening met 15 is aangeduid

1. • Het is weer de vijftien die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen? 

1. • Haar zestiende verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de vijftien eenmaal voorbij was. 

vijftien mv

1. groep van 15 eenheden

1. • De vijftien zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen. 

• Het woord vijftien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vijftien' herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.