drieëntwintig

Nederlands

0023
drieëntwintig,
op een abacus


Telwoord (nl)
0123456789
10111213141516171819
20212223242526272829
30313233343536373839
40414243444546474849
50515253545556575859
60616263646566676869
70717273747576777879
80818283848586878889
90919293949596979899
1002003004005006007008009001000
10610910121015101810211024102710301033
1036103910421045104810511054105710601063
1010010303103003
Uitspraak
Woordafbreking
  • drieën·twin·tig, drie·en·twin·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

drieëntwintig

  1. "23", het getal tussen tweeëntwintig en vierentwintig, twintig plus drie
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen drieëntwintig euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • Het juiste antwoord op opgave drieëntwintig is "42". 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
  • drieëntwintigen (oude verbogen vorm na sommige voorzetsels)

zelfstandig naamwoord samengesteld met "drieëntwintig" ht

  • drieëntwintigjarige
  • drieëntwintigtal
  • drieëntwintigvoud

bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "drieëntwintig" ht

  • drieëntwintigjarig
  • drieëntwintigvoudig

bijwoord

  • drieëntwintigmaal

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "drieëntwintig" ht als linkerdeel

hooftelwoorden samengesteld met "drieëntwintig" ht als rechterdeel
  • achtendertighonderddrieëntwintig
  • achtennegentighonderddrieëntwintig
  • achtentachtighonderddrieëntwintig
  • achtentwintighonderddrieëntwintig
  • achtenveertighonderddrieëntwintig
  • achtenvijftighonderddrieëntwintig
  • achtenzestighonderddrieëntwintig
  • achtenzeventighonderddrieëntwintig
  • achtduizend drieëntwintig
  • achthonderddrieëntwintig
  • achttienhonderddrieëntwintig
  • dertienhonderddrieëntwintig
  • drieëndertighonderddrieëntwintig
  • drieënnegentighonderddrieëntwintig
  • drieëntachtighonderddrieëntwintig
  • drieëntwintighonderddrieëntwintig
  • drieënveertighonderddrieëntwintig
  • drieënvijftighonderddrieëntwintig
  • drieënzestighonderddrieëntwintig
  • drieënzeventighonderddrieëntwintig
  • drieduizend drieëntwintig
  • driehonderddrieëntwintig
  • duizend drieëntwintig
  • eenendertighonderddrieëntwintig
  • eenennegentighonderddrieëntwintig
  • eenentachtighonderddrieëntwintig
  • eenentwintighonderddrieëntwintig
  • eenenveertighonderddrieëntwintig
  • eenenvijftighonderddrieëntwintig
  • eenenzestighonderddrieëntwintig
  • eenenzeventighonderddrieëntwintig
  • elfhonderddrieëntwintig
  • honderddrieëntwintig
  • negenendertighonderddrieëntwintig
  • negenennegentighonderddrieëntwintig
  • negenentachtighonderddrieëntwintig
  • negenentwintighonderddrieëntwintig
  • negenenveertighonderddrieëntwintig
  • negenenvijftighonderddrieëntwintig
  • negenenzestighonderddrieëntwintig
  • negenenzeventighonderddrieëntwintig
  • negenduizend drieëntwintig
  • negenhonderddrieëntwintig
  • negentienhonderddrieëntwintig
  • twaalfhonderddrieëntwintig
  • tweeëndertighonderddrieëntwintig
  • tweeënnegentighonderddrieëntwintig
  • tweeëntachtighonderddrieëntwintig
  • tweeëntwintighonderddrieëntwintig
  • tweeënveertighonderddrieëntwintig
  • tweeënvijftighonderddrieëntwintig
  • tweeënzestighonderddrieëntwintig
  • tweeënzeventighonderddrieëntwintig
  • tweeduizend drieëntwintig
  • tweehonderddrieëntwintig
  • veertienhonderddrieëntwintig
  • vierendertighonderddrieëntwintig
  • vierennegentighonderddrieëntwintig
  • vierentachtighonderddrieëntwintig
  • vierentwintighonderddrieëntwintig
  • vierenveertighonderddrieëntwintig
  • vierenvijftighonderddrieëntwintig
  • vierenzestighonderddrieëntwintig
  • vierenzeventighonderddrieëntwintig
  • vierduizend drieëntwintig
  • vierhonderddrieëntwintig
  • vijfendertighonderddrieëntwintig
  • vijfennegentighonderddrieëntwintig
  • vijfentachtighonderddrieëntwintig
  • vijfentwintighonderddrieëntwintig
  • vijfenveertighonderddrieëntwintig
  • vijfenvijftighonderddrieëntwintig
  • vijfenzestighonderddrieëntwintig
  • vijfenzeventighonderddrieëntwintig
  • vijfduizend drieëntwintig
  • vijfhonderddrieëntwintig
  • vijftienhonderddrieëntwintig
  • zesendertighonderddrieëntwintig
  • zesennegentighonderddrieëntwintig
  • zesentachtighonderddrieëntwintig
  • zesentwintighonderddrieëntwintig
  • zesenveertighonderddrieëntwintig
  • zesenvijftighonderddrieëntwintig
  • zesenzestighonderddrieëntwintig
  • zesenzeventighonderddrieëntwintig
  • zesduizend drieëntwintig
  • zeshonderddrieëntwintig
  • zestienhonderddrieëntwintig
  • zevenendertighonderddrieëntwintig
  • zevenennegentighonderddrieëntwintig
  • zevenentachtighonderddrieëntwintig
  • zevenentwintighonderddrieëntwintig
  • zevenenveertighonderddrieëntwintig
  • zevenenvijftighonderddrieëntwintig
  • zevenenzestighonderddrieëntwintig
  • zevenenzeventighonderddrieëntwintig
  • zevenduizend drieëntwintig
  • zevenhonderddrieëntwintig
  • zeventienhonderddrieëntwintig
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord drieëntwintig drieëntwintigs
verkleinwoord drieëntwintigje drieëntwintigjes

Zelfstandig naamwoord

drieëntwintig v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 23 is aangeduid
    • Het is weer de drieëntwintig die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen? 
    • Haar vierentwintigste verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de drieëntwintig eenmaal voorbij was. 

drieëntwintig mv

  1. groep van 23 eenheden
    • De drieëntwintig zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen. 

Gangbaarheid

  • Het woord drieëntwintig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.