honderd

Niet te verwarren met: Honderd

Nederlands

0100
honderd,
op een abacus


Telwoord (nl)
0123456789
10111213141516171819
20212223242526272829
30313233343536373839
40414243444546474849
50515253545556575859
60616263646566676869
70717273747576777879
80818283848586878889
90919293949596979899
1002003004005006007008009001000
10610910121015101810211024102710301033
1036103910421045104810511054105710601063
1010010303103003
Uitspraak
  • Geluid:  honderd    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhɔndərt/; /ˈɦɔndərt/
Woordafbreking
  • hon·derd
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

honderd

  1. "100", het getal tussen negenennegentig en honderdeen, tien maal tien
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen honderd euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • Het juiste antwoord op opgave honderd is "42". 
Schrijfwijzen
Synoniemen
  • eenhonderd (alleen gebruikt bij het precies weergeven van berekeningen waarin verschillende honderdtallen voorkomen)
Afgeleide begrippen

zelfstandig naamwoord samengesteld met "honderd" ht

bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "honderd" ht

bijwoord

rangtelwoord

hoofdtelwoorden samengesteld met "honderd" ht als linkerdeel
  • honderd-en-een
hoofdtelwoorden samengesteld met "honderd" ht als rechterdeel
  • achtendertighonderd
  • achtennegentighonderd
  • achtentachtighonderd
  • achtentwintighonderd
  • achtenveertighonderd
  • achtenvijftighonderd
  • achtenzestighonderd
  • achtenzeventighonderd
  • achthonderd
  • achttienhonderd
  • dertienhonderd
  • drieëndertighonderd
  • drieënnegentighonderd
  • drieëntachtighonderd
  • drieëntwintighonderd
  • drieënveertighonderd
  • drieënvijftighonderd
  • drieënzestighonderd
  • drieënzeventighonderd
  • driehonderd
  • eenendertighonderd
  • eenennegentighonderd
  • eenentachtighonderd
  • eenentwintighonderd
  • eenenveertighonderd
  • eenenvijftighonderd
  • eenenzestighonderd
  • eenenzeventighonderd
  • eenhonderd
  • elfhonderd
  • negenendertighonderd
  • negenennegentighonderd
  • negenentachtighonderd
  • negenentwintighonderd
  • negenenveertighonderd
  • negenenvijftighonderd
  • negenenzestighonderd
  • negenenzeventighonderd
  • negenhonderd
  • negentienhonderd
  • twaalfhonderd
  • tweeëndertighonderd
  • tweeënnegentighonderd
  • tweeëntachtighonderd
  • tweeëntwintighonderd
  • tweeënveertighonderd
  • tweeënvijftighonderd
  • tweeënzestighonderd
  • tweeënzeventighonderd
  • tweehonderd
  • veertienhonderd
  • vierendertighonderd
  • vierennegentighonderd
  • vierentachtighonderd
  • vierentwintighonderd
  • vierenveertighonderd
  • vierenvijftighonderd
  • vierenzestighonderd
  • vierenzeventighonderd
  • vierhonderd
  • vijfendertighonderd
  • vijfennegentighonderd
  • vijfentachtighonderd
  • vijfentwintighonderd
  • vijfenveertighonderd
  • vijfenvijftighonderd
  • vijfenzestighonderd
  • vijfenzeventighonderd
  • vijfhonderd
  • vijftienhonderd
  • zesendertighonderd
  • zesennegentighonderd
  • zesentachtighonderd
  • zesentwintighonderd
  • zesenveertighonderd
  • zesenvijftighonderd
  • zesenzestighonderd
  • zesenzeventighonderd
  • zeshonderd
  • zestienhonderd
  • zevenendertighonderd
  • zevenennegentighonderd
  • zevenentachtighonderd
  • zevenentwintighonderd
  • zevenenveertighonderd
  • zevenenvijftighonderd
  • zevenenzestighonderd
  • zevenenzeventighonderd
  • zevenhonderd
  • zeventienhonderd
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderd honderden
verkleinwoord honderdje honderdjes

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als v/m zelfstandig naamwoord.

Zelfstandig naamwoord

honderd o

  1. honderd als hoeveelheid
    • Deze potloden worden alleen bij het honderd verkocht. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1] in het honderd lopen
    verkeerd gaan, niet doorgaan

honderd v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 100 is aangeduid
    • Het is weer de honderd die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen? 
    • Haar honderdeerste verjaardag was een belangrijk moment, want elke verjaardag wordt bijzonder als je de honderd eenmaal voorbij bent. 
  1. dim. tant. honderdje: geldbiljet met een waarde van honderd (euro of gulden)
    • Kunt u een honderdje wisselen in kleingeld? 

honderd mv

  1. groep van 100 eenheden
    • De honderd zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen. 
Afgeleide begrippen
  • halfhonderd

Gangbaarheid

  • Het woord honderd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Achterhoeks

Hoofdtelwoord

honderd

  1. honderd; 10 x 10, in Arabische cijfers 100, in Romeinse cijfers C
enkelvoud meervoud
naamwoord honderd honderden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

honderd

  1. honderd; het getal 100

Afrikaans

Uitspraak
  • geluid 
Telwoord (afr)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 200 106
3 13 30 300 109
4 14 40 400
5 15 50 500
6 16 60 600
7 17 70 700
8 18 80 800
9 19 90 900

Hoofdtelwoord

honderd

  1. honderd

Nedersaksisch

Hoofdtelwoord

honderd

  1. honderd; 10 x 10, in Arabische cijfers 100, in Romeinse cijfers C
Schrijfwijzen
  • hunnert
enkelvoud meervoud
naamwoord honderd honderden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

honderd

  1. honderd; het getal 100
Schrijfwijzen
  • Hunnert
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.