negentig
Nederlands
0 | 0 | 9 | 0 |
negentig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: negentig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈneɣə(n)təx /
- (Noord-Nederland): /ˈne.χə(n).təχ/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈne.ɣə(n).təx/
- (Limburg): /ˈne.ɣə(n).tɪx/
Woordafbreking
- ne·gen·tig
Woordherkomst en -opbouw
- (erfwoord) via Middelnederlands negentich van Oudnederlands nigontig, als telwoord voor het eerst aangetroffen in de Lex Salica (509-800); afgeleid van negen ht met het achtervoegsel -tig [1][2][3]
Hoofdtelwoord
negentig
- "90", het getal tussen negenentachtig en eenennegentig, negen maal tien
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen negentig euro en zevendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- Het juiste antwoord op opgave negentig is "42".
Afgeleide begrippen
- negentigen (oude verbogen vorm na sommige voorzetsels)
- genegentigen
zelfstandig naamwoord samengesteld met "negentig" ht
- jarennegentigkapsel
- negentiger
- negentigjarige
- negentigtal
- negentigvoud
bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "negentig" ht
- negentigjarig
- negentigvoudig
bijwoord
- negentigmaal
rangtelwoord
- negentigste, negentigsten
hooftelwoorden samengesteld met "negentig" ht als linkerdeel
- negentig en een half
- negentigduizend
- negentigenhalf
- negentighonderd
hooftelwoorden samengesteld met "negentig" ht als rechterdeel
- achtduizend negentig
- achtennegentig
- achtendertighonderdnegentig
- achtennegentighonderdnegentig
- achtentachtighonderdnegentig
- achtentwintighonderdnegentig
- achtenveertighonderdnegentig
- achtenvijftighonderdnegentig
- achtenzestighonderdnegentig
- achtenzeventighonderdnegentig
- achthonderdnegentig
- achttienhonderdnegentig
- dertienhonderdnegentig
- drieduizend negentig
- drieënnegentig
- drieëndertighonderdnegentig
- drieënnegentighonderdnegentig
- drieëntachtighonderdnegentig
- drieëntwintighonderdnegentig
- drieënveertighonderdnegentig
- drieënvijftighonderdnegentig
- drieënzestighonderdnegentig
- drieënzeventighonderdnegentig
- driehonderdnegentig
- duizend negentig
- eenennegentig
- eenendertighonderdnegentig
- eenennegentighonderdnegentig
- eenentachtighonderdnegentig
- eenentwintighonderdnegentig
- eenenveertighonderdnegentig
- eenenvijftighonderdnegentig
- eenenzestighonderdnegentig
- eenenzeventighonderdnegentig
- elfhonderdnegentig
- honderdnegentig
- negenduizend negentig
- negenennegentig
- negenendertighonderdnegentig
- negenennegentighonderdnegentig
- negenentachtighonderdnegentig
- negenentwintighonderdnegentig
- negenenveertighonderdnegentig
- negenenvijftighonderdnegentig
- negenenzestighonderdnegentig
- negenenzeventighonderdnegentig
- negenhonderdnegentig
- negentienhonderdnegentig
- twaalfhonderdnegentig
- tweeduizend negentig
- tweeënnegentig
- tweeëndertighonderdnegentig
- tweeënnegentighonderdnegentig
- tweeëntachtighonderdnegentig
- tweeëntwintighonderdnegentig
- tweeënveertighonderdnegentig
- tweeënvijftighonderdnegentig
- tweeënzestighonderdnegentig
- tweeënzeventighonderdnegentig
- tweehonderdnegentig
- veertienhonderdnegentig
- vierduizend negentig
- vierennegentig
- vierendertighonderdnegentig
- vierennegentighonderdnegentig
- vierentachtighonderdnegentig
- vierentwintighonderdnegentig
- vierenveertighonderdnegentig
- vierenvijftighonderdnegentig
- vierenzestighonderdnegentig
- vierenzeventighonderdnegentig
- vierhonderdnegentig
- vijfduizend negentig
- vijfennegentig
- vijfendertighonderdnegentig
- vijfennegentighonderdnegentig
- vijfentachtighonderdnegentig
- vijfentwintighonderdnegentig
- vijfenveertighonderdnegentig
- vijfenvijftighonderdnegentig
- vijfenzestighonderdnegentig
- vijfenzeventighonderdnegentig
- vijfhonderdnegentig
- vijftienhonderdnegentig
- zesduizend negentig
- zesennegentig
- zesendertighonderdnegentig
- zesennegentighonderdnegentig
- zesentachtighonderdnegentig
- zesentwintighonderdnegentig
- zesenveertighonderdnegentig
- zesenvijftighonderdnegentig
- zesenzestighonderdnegentig
- zesenzeventighonderdnegentig
- zeshonderdnegentig
- zestienhonderdnegentig
- zevenduizend negentig
- zevenennegentig
- zevenendertighonderdnegentig
- zevenennegentighonderdnegentig
- zevenentachtighonderdnegentig
- zevenentwintighonderdnegentig
- zevenenveertighonderdnegentig
- zevenenvijftighonderdnegentig
- zevenenzestighonderdnegentig
- zevenenzeventighonderdnegentig
- zevenhonderdnegentig
- zeventienhonderdnegentig
Vertalingen
1. het getal 90
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | negentig | negentigs |
verkleinwoord | negentigje | negentigjes |
Zelfstandig naamwoord
negentig v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 90 is aangeduid
- Het is weer de negentig die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen?
- Haar eenennegentigste verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de negentig eenmaal voorbij was.
negentig mv
- groep van 90 eenheden
- De negentig zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen.
Gangbaarheid
- Het woord negentig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'negentig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
Afrikaans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.