twaalf

Nederlands

0012
twaalf,
op een abacus


Telwoord (nl)
0123456789
10111213141516171819
20212223242526272829
30313233343536373839
40414243444546474849
50515253545556575859
60616263646566676869
70717273747576777879
80818283848586878889
90919293949596979899
1002003004005006007008009001000
10610910121015101810211024102710301033
1036103910421045104810511054105710601063
1010010303103003
Uitspraak
  • Geluid:  twaalf    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtwaləf/;
    • (Noord-Nederland): /tʋaːl(ə)f/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /twaːlf]
Woordafbreking
  • twaalf
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

twaalf

  1. "12", het getal tussen elf en dertien, tweemaal zes of driemaal vier
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen twaalf euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • Het juiste antwoord op opgave twaalf is "42". 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen

zelfstandig naamwoord samengesteld met "twaalf" ht

bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "twaalf" ht

bijwoord

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "twaalf" ht als linkerdeel

hooftelwoorden samengesteld met "twaalf" ht als rechterdeel
  • achtendertighonderdtwaalf
  • achtennegentighonderdtwaalf
  • achtentachtighonderdtwaalf
  • achtentwintighonderdtwaalf
  • achtenveertighonderdtwaalf
  • achtenvijftighonderdtwaalf
  • achtenzestighonderdtwaalf
  • achtenzeventighonderdtwaalf
  • achtduizend twaalf
  • achthonderdtwaalf
  • achttienhonderdtwaalf
  • dertienhonderdtwaalf
  • drieëndertighonderdtwaalf
  • drieënnegentighonderdtwaalf
  • drieëntachtighonderdtwaalf
  • drieëntwintighonderdtwaalf
  • drieënveertighonderdtwaalf
  • drieënvijftighonderdtwaalf
  • drieënzestighonderdtwaalf
  • drieënzeventighonderdtwaalf
  • drieduizend twaalf
  • driehonderdtwaalf
  • duizend twaalf
  • eenendertighonderdtwaalf
  • eenennegentighonderdtwaalf
  • eenentachtighonderdtwaalf
  • eenentwintighonderdtwaalf
  • eenenveertighonderdtwaalf
  • eenenvijftighonderdtwaalf
  • eenenzestighonderdtwaalf
  • eenenzeventighonderdtwaalf
  • elfhonderdtwaalf
  • honderdtwaalf
  • negenendertighonderdtwaalf
  • negenennegentighonderdtwaalf
  • negenentachtighonderdtwaalf
  • negenentwintighonderdtwaalf
  • negenenveertighonderdtwaalf
  • negenenvijftighonderdtwaalf
  • negenenzestighonderdtwaalf
  • negenenzeventighonderdtwaalf
  • negenduizend twaalf
  • negenhonderdtwaalf
  • negentienhonderdtwaalf
  • twaalfhonderdtwaalf
  • tweeëndertighonderdtwaalf
  • tweeënnegentighonderdtwaalf
  • tweeëntachtighonderdtwaalf
  • tweeëntwintighonderdtwaalf
  • tweeënveertighonderdtwaalf
  • tweeënvijftighonderdtwaalf
  • tweeënzestighonderdtwaalf
  • tweeënzeventighonderdtwaalf
  • tweeduizend twaalf
  • tweehonderdtwaalf
  • veertienhonderdtwaalf
  • vierendertighonderdtwaalf
  • vierennegentighonderdtwaalf
  • vierentachtighonderdtwaalf
  • vierentwintighonderdtwaalf
  • vierenveertighonderdtwaalf
  • vierenvijftighonderdtwaalf
  • vierenzestighonderdtwaalf
  • vierenzeventighonderdtwaalf
  • vierduizend twaalf
  • vierhonderdtwaalf
  • vijfendertighonderdtwaalf
  • vijfennegentighonderdtwaalf
  • vijfentachtighonderdtwaalf
  • vijfentwintighonderdtwaalf
  • vijfenveertighonderdtwaalf
  • vijfenvijftighonderdtwaalf
  • vijfenzestighonderdtwaalf
  • vijfenzeventighonderdtwaalf
  • vijfduizend twaalf
  • vijfhonderdtwaalf
  • vijftienhonderdtwaalf
  • zesendertighonderdtwaalf
  • zesennegentighonderdtwaalf
  • zesentachtighonderdtwaalf
  • zesentwintighonderdtwaalf
  • zesenveertighonderdtwaalf
  • zesenvijftighonderdtwaalf
  • zesenzestighonderdtwaalf
  • zesenzeventighonderdtwaalf
  • zesduizend twaalf
  • zeshonderdtwaalf
  • zestienhonderdtwaalf
  • zevenendertighonderdtwaalf
  • zevenennegentighonderdtwaalf
  • zevenentachtighonderdtwaalf
  • zevenentwintighonderdtwaalf
  • zevenenveertighonderdtwaalf
  • zevenenvijftighonderdtwaalf
  • zevenenzestighonderdtwaalf
  • zevenenzeventighonderdtwaalf
  • zevenduizend twaalf
  • zevenhonderdtwaalf
  • zeventienhonderdtwaalf
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1.1] twaalf ambachten en dertien ongelukken.
    herhaaldelijk zonder succes van werk veranderen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord twaalf twaalven
verkleinwoord twaalfje twaalfjes

Zelfstandig naamwoord

twaalf v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 12 is aangeduid
    • Het is weer de twaalf die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen? 
    • Haar dertiende verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de twaalf eenmaal voorbij was. 

twaalf mv

  1. groep van 12 eenheden
    • De twaalf zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen. 

Gangbaarheid

  • Het woord twaalf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Achterhoeks

Hoofdtelwoord

twaalf

  1. twaalf; 2x6 of 3x4, in Arabische cijfers 12, in Romeinse cijfers XII.

Afrikaans

Uitspraak
  • geluid 
Telwoord (afr)
0
1 11 10 100 103
2 12 20 200 106
3 13 30 300 109
4 14 40 400
5 15 50 500
6 16 60 600
7 17 70 700
8 18 80 800
9 19 90 900

Hoofdtelwoord

twaalf

  1. twaalf


Nedersaksisch

Hoofdtelwoord

twaalf

  1. twaalf; 2x6 of 3x4, in Arabische cijfers 12, in Romeinse cijfers XII.
Schrijfwijzen
  • twelf
  • twiälw
  • twölf
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.