zesentachtig

Nederlands

0086
zesentachtig,
op een abacus


Telwoord (nl)
0123456789
10111213141516171819
20212223242526272829
30313233343536373839
40414243444546474849
50515253545556575859
60616263646566676869
70717273747576777879
80818283848586878889
90919293949596979899
1002003004005006007008009001000
10610910121015101810211024102710301033
1036103910421045104810511054105710601063
1010010303103003
Uitspraak
Woordafbreking
  • zes·en·tach·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

zesentachtig

  1. "86", het getal tussen vijfentachtig en zevenentachtig, tachtig plus zes
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zesentachtig euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • Het juiste antwoord op opgave zesentachtig is "42". 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
  • zesentachtigen (oude verbogen vorm na sommige voorzetsels)

zelfstandig naamwoord samengesteld met "zesentachtig" ht

  • zesentachtigjarige
  • zesentachtigtal
  • zesentachtigvoud

bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "zesentachtig" ht

  • zesentachtigjarig
  • zesentachtigvoudig

bijwoord

  • zesentachtigmaal

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "zesentachtig" ht als linkerdeel

  • zesentachtig en een half
  • zesentachtigduizend
  • zesentachtigenhalf
  • zesentachtighonderd
hooftelwoorden samengesteld met "zesentachtig" ht als rechterdeel
  • achtendertighonderdzesentachtig
  • achtennegentighonderdzesentachtig
  • achtentachtighonderdzesentachtig
  • achtentwintighonderdzesentachtig
  • achtenveertighonderdzesentachtig
  • achtenvijftighonderdzesentachtig
  • achtenzestighonderdzesentachtig
  • achtenzeventighonderdzesentachtig
  • achtduizend zesentachtig
  • achthonderdzesentachtig
  • achttienhonderdzesentachtig
  • dertienhonderdzesentachtig
  • drieëndertighonderdzesentachtig
  • drieënnegentighonderdzesentachtig
  • drieëntachtighonderdzesentachtig
  • drieëntwintighonderdzesentachtig
  • drieënveertighonderdzesentachtig
  • drieënvijftighonderdzesentachtig
  • drieënzestighonderdzesentachtig
  • drieënzeventighonderdzesentachtig
  • drieduizend zesentachtig
  • driehonderdzesentachtig
  • duizend zesentachtig
  • eenendertighonderdzesentachtig
  • eenennegentighonderdzesentachtig
  • eenentachtighonderdzesentachtig
  • eenentwintighonderdzesentachtig
  • eenenveertighonderdzesentachtig
  • eenenvijftighonderdzesentachtig
  • eenenzestighonderdzesentachtig
  • eenenzeventighonderdzesentachtig
  • elfhonderdzesentachtig
  • honderdzesentachtig
  • negenendertighonderdzesentachtig
  • negenennegentighonderdzesentachtig
  • negenentachtighonderdzesentachtig
  • negenentwintighonderdzesentachtig
  • negenenveertighonderdzesentachtig
  • negenenvijftighonderdzesentachtig
  • negenenzestighonderdzesentachtig
  • negenenzeventighonderdzesentachtig
  • negenduizend zesentachtig
  • negenhonderdzesentachtig
  • negentienhonderdzesentachtig
  • twaalfhonderdzesentachtig
  • tweeëndertighonderdzesentachtig
  • tweeënnegentighonderdzesentachtig
  • tweeëntachtighonderdzesentachtig
  • tweeëntwintighonderdzesentachtig
  • tweeënveertighonderdzesentachtig
  • tweeënvijftighonderdzesentachtig
  • tweeënzestighonderdzesentachtig
  • tweeënzeventighonderdzesentachtig
  • tweeduizend zesentachtig
  • tweehonderdzesentachtig
  • veertienhonderdzesentachtig
  • vierendertighonderdzesentachtig
  • vierennegentighonderdzesentachtig
  • vierentachtighonderdzesentachtig
  • vierentwintighonderdzesentachtig
  • vierenveertighonderdzesentachtig
  • vierenvijftighonderdzesentachtig
  • vierenzestighonderdzesentachtig
  • vierenzeventighonderdzesentachtig
  • vierduizend zesentachtig
  • vierhonderdzesentachtig
  • vijfendertighonderdzesentachtig
  • vijfennegentighonderdzesentachtig
  • vijfentachtighonderdzesentachtig
  • vijfentwintighonderdzesentachtig
  • vijfenveertighonderdzesentachtig
  • vijfenvijftighonderdzesentachtig
  • vijfenzestighonderdzesentachtig
  • vijfenzeventighonderdzesentachtig
  • vijfduizend zesentachtig
  • vijfhonderdzesentachtig
  • vijftienhonderdzesentachtig
  • zesendertighonderdzesentachtig
  • zesennegentighonderdzesentachtig
  • zesentachtighonderdzesentachtig
  • zesentwintighonderdzesentachtig
  • zesenveertighonderdzesentachtig
  • zesenvijftighonderdzesentachtig
  • zesenzestighonderdzesentachtig
  • zesenzeventighonderdzesentachtig
  • zesduizend zesentachtig
  • zeshonderdzesentachtig
  • zestienhonderdzesentachtig
  • zevenendertighonderdzesentachtig
  • zevenennegentighonderdzesentachtig
  • zevenentachtighonderdzesentachtig
  • zevenentwintighonderdzesentachtig
  • zevenenveertighonderdzesentachtig
  • zevenenvijftighonderdzesentachtig
  • zevenenzestighonderdzesentachtig
  • zevenenzeventighonderdzesentachtig
  • zevenduizend zesentachtig
  • zevenhonderdzesentachtig
  • zeventienhonderdzesentachtig
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord zesentachtig zesentachtigs
verkleinwoord zesentachtigje zesentachtigjes

Zelfstandig naamwoord

zesentachtig v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 86 is aangeduid
    • Het is weer de zesentachtig die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen? 
    • Haar zevenentachtigste verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de zesentachtig eenmaal voorbij was. 

zesentachtig mv

  1. groep van 86 eenheden
    • De zesentachtig zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen. 

Gangbaarheid

  • Het woord zesentachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.