veertig
Nederlands
0 | 0 | 4 | 0 |
veertig,
op een abacus
op een abacus
Woordafbreking
- veer·tig
Woordherkomst en -opbouw
- (erfwoord) via Middelnederlands viertich van Oudnederlands fiertig, als telwoord voor het eerst aangetroffen in de Lex Salica (509-800); afgeleid van vier ht met het achtervoegsel -tig en een klankverandering ie (/i/) - ee (/e/) voor een r-klank plus dentaal [1][2][3]
Hoofdtelwoord
veertig
- "40", het getal tussen negenendertig en eenenveertig, vier maal tien
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen veertig euro en zevendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- Het juiste antwoord op opgave veertig is "42".
Afgeleide begrippen
- veertigen (oude verbogen vorm na sommige voorzetsels)
zelfstandig naamwoord samengesteld met "veertig" ht
- top veertig
- veertigdagentijd
- veertiger
- veertigjarige
- veertigpluskaas
- veertigplusser
- veertigponder
- veertigtal
- veertigtruis
- veertigurengebed
- veertigurenweek
- veertigvoud
bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "veertig" ht
- veertigdaags
- veertigjarig
- veertigurig
- veertigvoudig
- veertigwerf
bijwoord
- veertigmaal
rangtelwoord
- veertigste, veertigsten
hooftelwoorden samengesteld met "veertig" ht als linkerdeel
- veertig en een half
- veertigduizend
- veertigenhalf
- veertighonderd
hooftelwoorden samengesteld met "veertig" ht als rechterdeel
- achtduizend veertig
- achtenveertig
- achtendertighonderdveertig
- achtennegentighonderdveertig
- achtentachtighonderdveertig
- achtentwintighonderdveertig
- achtenveertighonderdveertig
- achtenvijftighonderdveertig
- achtenzestighonderdveertig
- achtenzeventighonderdveertig
- achthonderdveertig
- achttienhonderdveertig
- dertienhonderdveertig
- drieduizend veertig
- drieënveertig
- drieëndertighonderdveertig
- drieënnegentighonderdveertig
- drieëntachtighonderdveertig
- drieëntwintighonderdveertig
- drieënveertighonderdveertig
- drieënvijftighonderdveertig
- drieënzestighonderdveertig
- drieënzeventighonderdveertig
- driehonderdveertig
- duizend veertig
- eenenveertig
- eenendertighonderdveertig
- eenennegentighonderdveertig
- eenentachtighonderdveertig
- eenentwintighonderdveertig
- eenenveertighonderdveertig
- eenenvijftighonderdveertig
- eenenzestighonderdveertig
- eenenzeventighonderdveertig
- elfhonderdveertig
- honderdveertig
- negenduizend veertig
- negenenveertig
- negenendertighonderdveertig
- negenennegentighonderdveertig
- negenentachtighonderdveertig
- negenentwintighonderdveertig
- negenenveertighonderdveertig
- negenenvijftighonderdveertig
- negenenzestighonderdveertig
- negenenzeventighonderdveertig
- negenhonderdveertig
- negentienhonderdveertig
- twaalfhonderdveertig
- tweeduizend veertig
- tweeënveertig
- tweeëndertighonderdveertig
- tweeënnegentighonderdveertig
- tweeëntachtighonderdveertig
- tweeëntwintighonderdveertig
- tweeënveertighonderdveertig
- tweeënvijftighonderdveertig
- tweeënzestighonderdveertig
- tweeënzeventighonderdveertig
- tweehonderdveertig
- veertienhonderdveertig
- vierduizend veertig
- vierenveertig
- vierendertighonderdveertig
- vierennegentighonderdveertig
- vierentachtighonderdveertig
- vierentwintighonderdveertig
- vierenveertighonderdveertig
- vierenvijftighonderdveertig
- vierenzestighonderdveertig
- vierenzeventighonderdveertig
- vierhonderdveertig
- vijfduizend veertig
- vijfenveertig
- vijfendertighonderdveertig
- vijfennegentighonderdveertig
- vijfentachtighonderdveertig
- vijfentwintighonderdveertig
- vijfenveertighonderdveertig
- vijfenvijftighonderdveertig
- vijfenzestighonderdveertig
- vijfenzeventighonderdveertig
- vijfhonderdveertig
- vijftienhonderdveertig
- zesduizend veertig
- zesenveertig
- zesendertighonderdveertig
- zesennegentighonderdveertig
- zesentachtighonderdveertig
- zesentwintighonderdveertig
- zesenveertighonderdveertig
- zesenvijftighonderdveertig
- zesenzestighonderdveertig
- zesenzeventighonderdveertig
- zeshonderdveertig
- zestienhonderdveertig
- zevenduizend veertig
- zevenenveertig
- zevenendertighonderdveertig
- zevenennegentighonderdveertig
- zevenentachtighonderdveertig
- zevenentwintighonderdveertig
- zevenenveertighonderdveertig
- zevenenvijftighonderdveertig
- zevenenzestighonderdveertig
- zevenenzeventighonderdveertig
- zevenhonderdveertig
- zeventienhonderdveertig
Uitdrukkingen en gezegden
- ruim veertig
Vertalingen
1. het getal 40
ruim veertig
|
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veertig | veertigs |
verkleinwoord | veertigje | veertigjes |
Zelfstandig naamwoord
veertig v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 40 is aangeduid
- Het is weer de veertig die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen?
- Haar eenenveertigste verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de veertig eenmaal voorbij was.
veertig mv
- groep van 40 eenheden
- De veertig zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen.
Gangbaarheid
- Het woord veertig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'veertig' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Afrikaans
Limburgs
Telwoord (lim) | ||||
---|---|---|---|---|
0 | ||||
1 | 11 | 10 | 100 | 103 |
2 | 12 | 20 | 200 | 106 |
3 | 13 | 30 | 300 | 109 |
4 | 14 | 40 | 400 | 1012 |
5 | 15 | 50 | 500 | 1015 |
6 | 16 | 60 | 600 | 1018 |
7 | 17 | 70 | 700 | 1021 |
8 | 18 | 80 | 800 | 1024 |
9 | 19 | 90 | 900 | 1027 |
Uitspraak
- IPA: /veːɐtɪx/ (Etsbergs)
Afgeleide begrippen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.