vijfendertig

Nederlands

0035
vijfendertig,
op een abacus


Telwoord (nl)
0123456789
10111213141516171819
20212223242526272829
30313233343536373839
40414243444546474849
50515253545556575859
60616263646566676869
70717273747576777879
80818283848586878889
90919293949596979899
1002003004005006007008009001000
10610910121015101810211024102710301033
1036103910421045104810511054105710601063
1010010303103003
Uitspraak
Woordafbreking
  • vijf·en·der·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

vijfendertig

  1. "35", het getal tussen vierendertig en zesendertig, dertig plus vijf
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vijfendertig euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • Het juiste antwoord op opgave vijfendertig is "42". 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
  • vijfendertigen (oude verbogen vorm na sommige voorzetsels)

zelfstandig naamwoord samengesteld met "vijfendertig" ht

  • vijfendertigjarige
  • vijfendertigtal
  • vijfendertigvoud

bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "vijfendertig" ht

  • vijfendertigjarig
  • vijfendertigvoudig

bijwoord

  • vijfendertigmaal

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "vijfendertig" ht als linkerdeel

  • vijfendertig en een half
  • vijfendertigduizend
  • vijfendertigenhalf
  • vijfendertighonderd
hooftelwoorden samengesteld met "vijfendertig" ht als rechterdeel
  • achtendertighonderdvijfendertig
  • achtennegentighonderdvijfendertig
  • achtentachtighonderdvijfendertig
  • achtentwintighonderdvijfendertig
  • achtenveertighonderdvijfendertig
  • achtenvijftighonderdvijfendertig
  • achtenzestighonderdvijfendertig
  • achtenzeventighonderdvijfendertig
  • achtduizend vijfendertig
  • achthonderdvijfendertig
  • achttienhonderdvijfendertig
  • dertienhonderdvijfendertig
  • drieëndertighonderdvijfendertig
  • drieënnegentighonderdvijfendertig
  • drieëntachtighonderdvijfendertig
  • drieëntwintighonderdvijfendertig
  • drieënveertighonderdvijfendertig
  • drieënvijftighonderdvijfendertig
  • drieënzestighonderdvijfendertig
  • drieënzeventighonderdvijfendertig
  • drieduizend vijfendertig
  • driehonderdvijfendertig
  • duizend vijfendertig
  • eenendertighonderdvijfendertig
  • eenennegentighonderdvijfendertig
  • eenentachtighonderdvijfendertig
  • eenentwintighonderdvijfendertig
  • eenenveertighonderdvijfendertig
  • eenenvijftighonderdvijfendertig
  • eenenzestighonderdvijfendertig
  • eenenzeventighonderdvijfendertig
  • elfhonderdvijfendertig
  • honderdvijfendertig
  • negenendertighonderdvijfendertig
  • negenennegentighonderdvijfendertig
  • negenentachtighonderdvijfendertig
  • negenentwintighonderdvijfendertig
  • negenenveertighonderdvijfendertig
  • negenenvijftighonderdvijfendertig
  • negenenzestighonderdvijfendertig
  • negenenzeventighonderdvijfendertig
  • negenduizend vijfendertig
  • negenhonderdvijfendertig
  • negentienhonderdvijfendertig
  • twaalfhonderdvijfendertig
  • tweeëndertighonderdvijfendertig
  • tweeënnegentighonderdvijfendertig
  • tweeëntachtighonderdvijfendertig
  • tweeëntwintighonderdvijfendertig
  • tweeënveertighonderdvijfendertig
  • tweeënvijftighonderdvijfendertig
  • tweeënzestighonderdvijfendertig
  • tweeënzeventighonderdvijfendertig
  • tweeduizend vijfendertig
  • tweehonderdvijfendertig
  • veertienhonderdvijfendertig
  • vierendertighonderdvijfendertig
  • vierennegentighonderdvijfendertig
  • vierentachtighonderdvijfendertig
  • vierentwintighonderdvijfendertig
  • vierenveertighonderdvijfendertig
  • vierenvijftighonderdvijfendertig
  • vierenzestighonderdvijfendertig
  • vierenzeventighonderdvijfendertig
  • vierduizend vijfendertig
  • vierhonderdvijfendertig
  • vijfendertighonderdvijfendertig
  • vijfennegentighonderdvijfendertig
  • vijfentachtighonderdvijfendertig
  • vijfentwintighonderdvijfendertig
  • vijfenveertighonderdvijfendertig
  • vijfenvijftighonderdvijfendertig
  • vijfenzestighonderdvijfendertig
  • vijfenzeventighonderdvijfendertig
  • vijfduizend vijfendertig
  • vijfhonderdvijfendertig
  • vijftienhonderdvijfendertig
  • zesendertighonderdvijfendertig
  • zesennegentighonderdvijfendertig
  • zesentachtighonderdvijfendertig
  • zesentwintighonderdvijfendertig
  • zesenveertighonderdvijfendertig
  • zesenvijftighonderdvijfendertig
  • zesenzestighonderdvijfendertig
  • zesenzeventighonderdvijfendertig
  • zesduizend vijfendertig
  • zeshonderdvijfendertig
  • zestienhonderdvijfendertig
  • zevenendertighonderdvijfendertig
  • zevenennegentighonderdvijfendertig
  • zevenentachtighonderdvijfendertig
  • zevenentwintighonderdvijfendertig
  • zevenenveertighonderdvijfendertig
  • zevenenvijftighonderdvijfendertig
  • zevenenzestighonderdvijfendertig
  • zevenenzeventighonderdvijfendertig
  • zevenduizend vijfendertig
  • zevenhonderdvijfendertig
  • zeventienhonderdvijfendertig
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord vijfendertig vijfendertigs
verkleinwoord vijfendertigje vijfendertigjes

Zelfstandig naamwoord

vijfendertig v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 35 is aangeduid
    • Het is weer de vijfendertig die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen? 
    • Haar zesendertigste verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de vijfendertig eenmaal voorbij was. 

vijfendertig mv

  1. groep van 35 eenheden
    • De vijfendertig zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen. 

Gangbaarheid

  • Het woord vijfendertig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.