eenennegentig

Nederlands

0091
eenennegentig,
op een abacus


Telwoord (nl)
0123456789
10111213141516171819
20212223242526272829
30313233343536373839
40414243444546474849
50515253545556575859
60616263646566676869
70717273747576777879
80818283848586878889
90919293949596979899
1002003004005006007008009001000
10610910121015101810211024102710301033
1036103910421045104810511054105710601063
1010010303103003
Uitspraak
Woordafbreking
  • een·en·ne·gen·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

eenennegentig

  1. "91", het getal tussen negentig en tweeënnegentig, negentig plus een
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen eenennegentig euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • Het juiste antwoord op opgave eenennegentig is "42". 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
  • eenennegentigen (oude verbogen vorm na sommige voorzetsels)

zelfstandig naamwoord samengesteld met "eenennegentig" ht

  • eenennegentigjarige
  • eenennegentigtal
  • eenennegentigvoud

bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "eenennegentig" ht

  • eenennegentigjarig
  • eenennegentigvoudig

bijwoord

  • eenennegentigmaal

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "eenennegentig" ht als linkerdeel

  • eenennegentig en een half
  • eenennegentigduizend
  • eenennegentigenhalf
  • eenennegentighonderd
hooftelwoorden samengesteld met "eenennegentig" ht als rechterdeel
  • achtendertighonderdeenennegentig
  • achtennegentighonderdeenennegentig
  • achtentachtighonderdeenennegentig
  • achtentwintighonderdeenennegentig
  • achtenveertighonderdeenennegentig
  • achtenvijftighonderdeenennegentig
  • achtenzestighonderdeenennegentig
  • achtenzeventighonderdeenennegentig
  • achtduizend eenennegentig
  • achthonderdeenennegentig
  • achttienhonderdeenennegentig
  • dertienhonderdeenennegentig
  • drieëndertighonderdeenennegentig
  • drieënnegentighonderdeenennegentig
  • drieëntachtighonderdeenennegentig
  • drieëntwintighonderdeenennegentig
  • drieënveertighonderdeenennegentig
  • drieënvijftighonderdeenennegentig
  • drieënzestighonderdeenennegentig
  • drieënzeventighonderdeenennegentig
  • drieduizend eenennegentig
  • driehonderdeenennegentig
  • duizend eenennegentig
  • eenendertighonderdeenennegentig
  • eenennegentighonderdeenennegentig
  • eenentachtighonderdeenennegentig
  • eenentwintighonderdeenennegentig
  • eenenveertighonderdeenennegentig
  • eenenvijftighonderdeenennegentig
  • eenenzestighonderdeenennegentig
  • eenenzeventighonderdeenennegentig
  • elfhonderdeenennegentig
  • honderdeenennegentig
  • negenendertighonderdeenennegentig
  • negenennegentighonderdeenennegentig
  • negenentachtighonderdeenennegentig
  • negenentwintighonderdeenennegentig
  • negenenveertighonderdeenennegentig
  • negenenvijftighonderdeenennegentig
  • negenenzestighonderdeenennegentig
  • negenenzeventighonderdeenennegentig
  • negenduizend eenennegentig
  • negenhonderdeenennegentig
  • negentienhonderdeenennegentig
  • twaalfhonderdeenennegentig
  • tweeëndertighonderdeenennegentig
  • tweeënnegentighonderdeenennegentig
  • tweeëntachtighonderdeenennegentig
  • tweeëntwintighonderdeenennegentig
  • tweeënveertighonderdeenennegentig
  • tweeënvijftighonderdeenennegentig
  • tweeënzestighonderdeenennegentig
  • tweeënzeventighonderdeenennegentig
  • tweeduizend eenennegentig
  • tweehonderdeenennegentig
  • veertienhonderdeenennegentig
  • vierendertighonderdeenennegentig
  • vierennegentighonderdeenennegentig
  • vierentachtighonderdeenennegentig
  • vierentwintighonderdeenennegentig
  • vierenveertighonderdeenennegentig
  • vierenvijftighonderdeenennegentig
  • vierenzestighonderdeenennegentig
  • vierenzeventighonderdeenennegentig
  • vierduizend eenennegentig
  • vierhonderdeenennegentig
  • vijfendertighonderdeenennegentig
  • vijfennegentighonderdeenennegentig
  • vijfentachtighonderdeenennegentig
  • vijfentwintighonderdeenennegentig
  • vijfenveertighonderdeenennegentig
  • vijfenvijftighonderdeenennegentig
  • vijfenzestighonderdeenennegentig
  • vijfenzeventighonderdeenennegentig
  • vijfduizend eenennegentig
  • vijfhonderdeenennegentig
  • vijftienhonderdeenennegentig
  • zesendertighonderdeenennegentig
  • zesennegentighonderdeenennegentig
  • zesentachtighonderdeenennegentig
  • zesentwintighonderdeenennegentig
  • zesenveertighonderdeenennegentig
  • zesenvijftighonderdeenennegentig
  • zesenzestighonderdeenennegentig
  • zesenzeventighonderdeenennegentig
  • zesduizend eenennegentig
  • zeshonderdeenennegentig
  • zestienhonderdeenennegentig
  • zevenendertighonderdeenennegentig
  • zevenennegentighonderdeenennegentig
  • zevenentachtighonderdeenennegentig
  • zevenentwintighonderdeenennegentig
  • zevenenveertighonderdeenennegentig
  • zevenenvijftighonderdeenennegentig
  • zevenenzestighonderdeenennegentig
  • zevenenzeventighonderdeenennegentig
  • zevenduizend eenennegentig
  • zevenhonderdeenennegentig
  • zeventienhonderdeenennegentig
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord eenennegentig eenennegentigs
verkleinwoord eenennegentigje eenennegentigjes

Zelfstandig naamwoord

eenennegentig v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 91 is aangeduid
    • Het is weer de eenennegentig die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen? 
    • Haar tweeënnegentigste verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de eenennegentig eenmaal voorbij was. 

eenennegentig mv

  1. groep van 91 eenheden
    • De eenennegentig zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen. 

Gangbaarheid

  • Het woord eenennegentig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.