vijftig
Nederlands
0 | 0 | 5 | 0 |
vijftig,
op een abacus
op een abacus
Woordafbreking
- vijf·tig
Woordherkomst en -opbouw
- via Middelnederlands vijftich van Oudnederlands fīftig, als telwoord voor het eerst aangetroffen in het jaar 1236; afgeleid van vijf ht met het achtervoegsel -tig [1][2][3]
Hoofdtelwoord
vijftig
- "50", het getal tussen negenenveertig en eenenvijftig, vijf maal tien
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen vijftig euro en zevendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- Het juiste antwoord op opgave vijftig is "42".
Afgeleide begrippen
- vijftigen (oude verbogen vorm na sommige voorzetsels)
- gevijftigen
zelfstandig naamwoord samengesteld met "vijftig" ht
- Vijftigdagenfeest
- Vijftiger
- jarenvijftigstijl
- vijftigcentsprent
- vijftiger
- vijftigeurobiljet
- vijftigjarige
- vijftigmeterbad
- vijftigplusser
- vijftigponder
- vijftigtal
- vijftigvoud
bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "vijftig" ht
- vijftigjarig
- vijftigvoudig
bijwoord
- vijftigmaal
- vijftigwerf
rangtelwoord
- vijftigste, vijftigsten
hooftelwoorden samengesteld met "vijftig" ht als linkerdeel
- vijftig en een half
- vijftigduizend
- vijftigenhalf
- vijftighonderd
hooftelwoorden samengesteld met "vijftig" ht als rechterdeel
- achtduizend vijftig
- achtenvijftig
- achtendertighonderdvijftig
- achtennegentighonderdvijftig
- achtentachtighonderdvijftig
- achtentwintighonderdvijftig
- achtenveertighonderdvijftig
- achtenvijftighonderdvijftig
- achtenzestighonderdvijftig
- achtenzeventighonderdvijftig
- achthonderdvijftig
- achttienhonderdvijftig
- dertienhonderdvijftig
- drieduizend vijftig
- drieënvijftig
- drieëndertighonderdvijftig
- drieënnegentighonderdvijftig
- drieëntachtighonderdvijftig
- drieëntwintighonderdvijftig
- drieënveertighonderdvijftig
- drieënvijftighonderdvijftig
- drieënzestighonderdvijftig
- drieënzeventighonderdvijftig
- driehonderdvijftig
- duizend vijftig
- eenenvijftig
- eenendertighonderdvijftig
- eenennegentighonderdvijftig
- eenentachtighonderdvijftig
- eenentwintighonderdvijftig
- eenenveertighonderdvijftig
- eenenvijftighonderdvijftig
- eenenzestighonderdvijftig
- eenenzeventighonderdvijftig
- elfhonderdvijftig
- honderdvijftig
- negenduizend vijftig
- negenenvijftig
- negenendertighonderdvijftig
- negenennegentighonderdvijftig
- negenentachtighonderdvijftig
- negenentwintighonderdvijftig
- negenenveertighonderdvijftig
- negenenvijftighonderdvijftig
- negenenzestighonderdvijftig
- negenenzeventighonderdvijftig
- negenhonderdvijftig
- negentienhonderdvijftig
- twaalfhonderdvijftig
- tweeduizend vijftig
- tweeënvijftig
- tweeëndertighonderdvijftig
- tweeënnegentighonderdvijftig
- tweeëntachtighonderdvijftig
- tweeëntwintighonderdvijftig
- tweeënveertighonderdvijftig
- tweeënvijftighonderdvijftig
- tweeënzestighonderdvijftig
- tweeënzeventighonderdvijftig
- tweehonderdvijftig
- veertienhonderdvijftig
- vierduizend vijftig
- vierenvijftig
- vierendertighonderdvijftig
- vierennegentighonderdvijftig
- vierentachtighonderdvijftig
- vierentwintighonderdvijftig
- vierenveertighonderdvijftig
- vierenvijftighonderdvijftig
- vierenzestighonderdvijftig
- vierenzeventighonderdvijftig
- vierhonderdvijftig
- vijfduizend vijftig
- vijfenvijftig
- vijfendertighonderdvijftig
- vijfennegentighonderdvijftig
- vijfentachtighonderdvijftig
- vijfentwintighonderdvijftig
- vijfenveertighonderdvijftig
- vijfenvijftighonderdvijftig
- vijfenzestighonderdvijftig
- vijfenzeventighonderdvijftig
- vijfhonderdvijftig
- vijftienhonderdvijftig
- zesduizend vijftig
- zesenvijftig
- zesendertighonderdvijftig
- zesennegentighonderdvijftig
- zesentachtighonderdvijftig
- zesentwintighonderdvijftig
- zesenveertighonderdvijftig
- zesenvijftighonderdvijftig
- zesenzestighonderdvijftig
- zesenzeventighonderdvijftig
- zeshonderdvijftig
- zestienhonderdvijftig
- zevenduizend vijftig
- zevenenvijftig
- zevenendertighonderdvijftig
- zevenennegentighonderdvijftig
- zevenentachtighonderdvijftig
- zevenentwintighonderdvijftig
- zevenenveertighonderdvijftig
- zevenenvijftighonderdvijftig
- zevenenzestighonderdvijftig
- zevenenzeventighonderdvijftig
- zevenhonderdvijftig
- zeventienhonderdvijftig
Vertalingen
1. het getal 50
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vijftig | vijftigs |
verkleinwoord | vijftigje | vijftigjes |
Zelfstandig naamwoord
vijftig v / m
- dat wat in een (rang)ordening met 50 is aangeduid
- Het is weer de vijftig die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen?
- Haar eenenvijftigste verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de vijftig eenmaal voorbij was.
vijftig mv
- groep van 50 eenheden
- De vijftig zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen.
Gangbaarheid
- Het woord vijftig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vijftig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.