negenendertig

Nederlands

0039
negenendertig,
op een abacus


Telwoord (nl)
0123456789
10111213141516171819
20212223242526272829
30313233343536373839
40414243444546474849
50515253545556575859
60616263646566676869
70717273747576777879
80818283848586878889
90919293949596979899
1002003004005006007008009001000
10610910121015101810211024102710301033
1036103910421045104810511054105710601063
1010010303103003
Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·gen·en·der·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

negenendertig

  1. "39", het getal tussen achtendertig en veertig, dertig plus negen
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen negenendertig euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • Het juiste antwoord op opgave negenendertig is "42". 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
  • negenendertigen (oude verbogen vorm na sommige voorzetsels)

zelfstandig naamwoord samengesteld met "negenendertig" ht

  • negenendertigjarige
  • negenendertigtal
  • negenendertigvoud

bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "negenendertig" ht

  • negenendertigjarig
  • negenendertigvoudig

bijwoord

  • negenendertigmaal

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "negenendertig" ht als linkerdeel

  • negenendertig en een half
  • negenendertigduizend
  • negenendertigenhalf
  • negenendertighonderd
hooftelwoorden samengesteld met "negenendertig" ht als rechterdeel
  • achtendertighonderdnegenendertig
  • achtennegentighonderdnegenendertig
  • achtentachtighonderdnegenendertig
  • achtentwintighonderdnegenendertig
  • achtenveertighonderdnegenendertig
  • achtenvijftighonderdnegenendertig
  • achtenzestighonderdnegenendertig
  • achtenzeventighonderdnegenendertig
  • achtduizend negenendertig
  • achthonderdnegenendertig
  • achttienhonderdnegenendertig
  • dertienhonderdnegenendertig
  • drieëndertighonderdnegenendertig
  • drieënnegentighonderdnegenendertig
  • drieëntachtighonderdnegenendertig
  • drieëntwintighonderdnegenendertig
  • drieënveertighonderdnegenendertig
  • drieënvijftighonderdnegenendertig
  • drieënzestighonderdnegenendertig
  • drieënzeventighonderdnegenendertig
  • drieduizend negenendertig
  • driehonderdnegenendertig
  • duizend negenendertig
  • eenendertighonderdnegenendertig
  • eenennegentighonderdnegenendertig
  • eenentachtighonderdnegenendertig
  • eenentwintighonderdnegenendertig
  • eenenveertighonderdnegenendertig
  • eenenvijftighonderdnegenendertig
  • eenenzestighonderdnegenendertig
  • eenenzeventighonderdnegenendertig
  • elfhonderdnegenendertig
  • honderdnegenendertig
  • negenendertighonderdnegenendertig
  • negenennegentighonderdnegenendertig
  • negenentachtighonderdnegenendertig
  • negenentwintighonderdnegenendertig
  • negenenveertighonderdnegenendertig
  • negenenvijftighonderdnegenendertig
  • negenenzestighonderdnegenendertig
  • negenenzeventighonderdnegenendertig
  • negenduizend negenendertig
  • negenhonderdnegenendertig
  • negentienhonderdnegenendertig
  • twaalfhonderdnegenendertig
  • tweeëndertighonderdnegenendertig
  • tweeënnegentighonderdnegenendertig
  • tweeëntachtighonderdnegenendertig
  • tweeëntwintighonderdnegenendertig
  • tweeënveertighonderdnegenendertig
  • tweeënvijftighonderdnegenendertig
  • tweeënzestighonderdnegenendertig
  • tweeënzeventighonderdnegenendertig
  • tweeduizend negenendertig
  • tweehonderdnegenendertig
  • veertienhonderdnegenendertig
  • vierendertighonderdnegenendertig
  • vierennegentighonderdnegenendertig
  • vierentachtighonderdnegenendertig
  • vierentwintighonderdnegenendertig
  • vierenveertighonderdnegenendertig
  • vierenvijftighonderdnegenendertig
  • vierenzestighonderdnegenendertig
  • vierenzeventighonderdnegenendertig
  • vierduizend negenendertig
  • vierhonderdnegenendertig
  • vijfendertighonderdnegenendertig
  • vijfennegentighonderdnegenendertig
  • vijfentachtighonderdnegenendertig
  • vijfentwintighonderdnegenendertig
  • vijfenveertighonderdnegenendertig
  • vijfenvijftighonderdnegenendertig
  • vijfenzestighonderdnegenendertig
  • vijfenzeventighonderdnegenendertig
  • vijfduizend negenendertig
  • vijfhonderdnegenendertig
  • vijftienhonderdnegenendertig
  • zesendertighonderdnegenendertig
  • zesennegentighonderdnegenendertig
  • zesentachtighonderdnegenendertig
  • zesentwintighonderdnegenendertig
  • zesenveertighonderdnegenendertig
  • zesenvijftighonderdnegenendertig
  • zesenzestighonderdnegenendertig
  • zesenzeventighonderdnegenendertig
  • zesduizend negenendertig
  • zeshonderdnegenendertig
  • zestienhonderdnegenendertig
  • zevenendertighonderdnegenendertig
  • zevenennegentighonderdnegenendertig
  • zevenentachtighonderdnegenendertig
  • zevenentwintighonderdnegenendertig
  • zevenenveertighonderdnegenendertig
  • zevenenvijftighonderdnegenendertig
  • zevenenzestighonderdnegenendertig
  • zevenenzeventighonderdnegenendertig
  • zevenduizend negenendertig
  • zevenhonderdnegenendertig
  • zeventienhonderdnegenendertig
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord negenendertig negenendertigs
verkleinwoord negenendertigje negenendertigjes

Zelfstandig naamwoord

negenendertig v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 39 is aangeduid
    • Het is weer de negenendertig die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen? 
    • Haar veertigste verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de negenendertig eenmaal voorbij was. 

negenendertig mv

  1. groep van 39 eenheden
    • De negenendertig zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen. 

Gangbaarheid

  • Het woord negenendertig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.