zesenveertig

Nederlands

0046
zesenveertig,
op een abacus


Telwoord (nl)
0123456789
10111213141516171819
20212223242526272829
30313233343536373839
40414243444546474849
50515253545556575859
60616263646566676869
70717273747576777879
80818283848586878889
90919293949596979899
1002003004005006007008009001000
10610910121015101810211024102710301033
1036103910421045104810511054105710601063
1010010303103003
Uitspraak
Woordafbreking
  • zes·en·veer·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

zesenveertig

  1. "46", het getal tussen vijfenveertig en zevenenveertig, veertig plus zes
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zesenveertig euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • Het juiste antwoord op opgave zesenveertig is "42". 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
  • zesenveertigen (oude verbogen vorm na sommige voorzetsels)

zelfstandig naamwoord samengesteld met "zesenveertig" ht

  • zesenveertigjarige
  • zesenveertigtal
  • zesenveertigvoud

bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "zesenveertig" ht

  • zesenveertigjarig
  • zesenveertigvoudig

bijwoord

  • zesenveertigmaal

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "zesenveertig" ht als linkerdeel

  • zesenveertig en een half
  • zesenveertigduizend
  • zesenveertigenhalf
  • zesenveertighonderd
hooftelwoorden samengesteld met "zesenveertig" ht als rechterdeel
  • achtendertighonderdzesenveertig
  • achtennegentighonderdzesenveertig
  • achtentachtighonderdzesenveertig
  • achtentwintighonderdzesenveertig
  • achtenveertighonderdzesenveertig
  • achtenvijftighonderdzesenveertig
  • achtenzestighonderdzesenveertig
  • achtenzeventighonderdzesenveertig
  • achtduizend zesenveertig
  • achthonderdzesenveertig
  • achttienhonderdzesenveertig
  • dertienhonderdzesenveertig
  • drieëndertighonderdzesenveertig
  • drieënnegentighonderdzesenveertig
  • drieëntachtighonderdzesenveertig
  • drieëntwintighonderdzesenveertig
  • drieënveertighonderdzesenveertig
  • drieënvijftighonderdzesenveertig
  • drieënzestighonderdzesenveertig
  • drieënzeventighonderdzesenveertig
  • drieduizend zesenveertig
  • driehonderdzesenveertig
  • duizend zesenveertig
  • eenendertighonderdzesenveertig
  • eenennegentighonderdzesenveertig
  • eenentachtighonderdzesenveertig
  • eenentwintighonderdzesenveertig
  • eenenveertighonderdzesenveertig
  • eenenvijftighonderdzesenveertig
  • eenenzestighonderdzesenveertig
  • eenenzeventighonderdzesenveertig
  • elfhonderdzesenveertig
  • honderdzesenveertig
  • negenendertighonderdzesenveertig
  • negenennegentighonderdzesenveertig
  • negenentachtighonderdzesenveertig
  • negenentwintighonderdzesenveertig
  • negenenveertighonderdzesenveertig
  • negenenvijftighonderdzesenveertig
  • negenenzestighonderdzesenveertig
  • negenenzeventighonderdzesenveertig
  • negenduizend zesenveertig
  • negenhonderdzesenveertig
  • negentienhonderdzesenveertig
  • twaalfhonderdzesenveertig
  • tweeëndertighonderdzesenveertig
  • tweeënnegentighonderdzesenveertig
  • tweeëntachtighonderdzesenveertig
  • tweeëntwintighonderdzesenveertig
  • tweeënveertighonderdzesenveertig
  • tweeënvijftighonderdzesenveertig
  • tweeënzestighonderdzesenveertig
  • tweeënzeventighonderdzesenveertig
  • tweeduizend zesenveertig
  • tweehonderdzesenveertig
  • veertienhonderdzesenveertig
  • vierendertighonderdzesenveertig
  • vierennegentighonderdzesenveertig
  • vierentachtighonderdzesenveertig
  • vierentwintighonderdzesenveertig
  • vierenveertighonderdzesenveertig
  • vierenvijftighonderdzesenveertig
  • vierenzestighonderdzesenveertig
  • vierenzeventighonderdzesenveertig
  • vierduizend zesenveertig
  • vierhonderdzesenveertig
  • vijfendertighonderdzesenveertig
  • vijfennegentighonderdzesenveertig
  • vijfentachtighonderdzesenveertig
  • vijfentwintighonderdzesenveertig
  • vijfenveertighonderdzesenveertig
  • vijfenvijftighonderdzesenveertig
  • vijfenzestighonderdzesenveertig
  • vijfenzeventighonderdzesenveertig
  • vijfduizend zesenveertig
  • vijfhonderdzesenveertig
  • vijftienhonderdzesenveertig
  • zesendertighonderdzesenveertig
  • zesennegentighonderdzesenveertig
  • zesentachtighonderdzesenveertig
  • zesentwintighonderdzesenveertig
  • zesenveertighonderdzesenveertig
  • zesenvijftighonderdzesenveertig
  • zesenzestighonderdzesenveertig
  • zesenzeventighonderdzesenveertig
  • zesduizend zesenveertig
  • zeshonderdzesenveertig
  • zestienhonderdzesenveertig
  • zevenendertighonderdzesenveertig
  • zevenennegentighonderdzesenveertig
  • zevenentachtighonderdzesenveertig
  • zevenentwintighonderdzesenveertig
  • zevenenveertighonderdzesenveertig
  • zevenenvijftighonderdzesenveertig
  • zevenenzestighonderdzesenveertig
  • zevenenzeventighonderdzesenveertig
  • zevenduizend zesenveertig
  • zevenhonderdzesenveertig
  • zeventienhonderdzesenveertig
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord zesenveertig zesenveertigs
verkleinwoord zesenveertigje zesenveertigjes

Zelfstandig naamwoord

zesenveertig v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 46 is aangeduid
    • Het is weer de zesenveertig die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen? 
    • Haar zevenenveertigste verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de zesenveertig eenmaal voorbij was. 

zesenveertig mv

  1. groep van 46 eenheden
    • De zesenveertig zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen. 

Gangbaarheid

  • Het woord zesenveertig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.