tweekleppig
Nederlands
Woordafbreking
- twee·klep·pig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | tweekleppig |
verbogen | tweekleppige |
partitief | tweekleppigs |
Bijvoeglijk naamwoord
- (weekdieren) (van sommige weekdieren of van het weekdier zelf) tweeschalig
- twee kleppen bezittend
Verwijzingen
Gangbaarheid
- Het woord tweekleppig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.