tweehonderd

• Geluid:  tweehonderd    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌtwehɔndərt /; /ˈtweːˌɦɔndərt/

• twee·hon·derd

• samenstelling van  twee ht  en  honderd ht , voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]

tweehonderd

1. "200", het getal tussen honderdnegenennegentig en tweehonderdeen, twee maal honderd
   1. om een hoeveelheid aan te geven

1. 1. • De totale kosten bedragen tweehonderd euro en zevendertig cent. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

1. 1. • We logeerden vlakbij het strand in kamer tweehonderd van het grootste hotel. 

• 200 (decimaal)
• 11001000 (binair)
• C8 (hexadecimaal)
• CC (Romeins)

rangtelwoord

• tweehonderdste

_{Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord}

tweehonderd v / m

1. dat wat in een (rang)ordening met 200 is aangeduid

1. • Als jij tweehonderd opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

2. dim. tant. tweehonderdje: geldbiljet met een waarde van tweehonderd euro of andere munteenheid

1. • Kunt u een tweehonderdje wisselen in kleingeld? 

tweehonderd mv

1. groep van 200 eenheden

1. • Die tweehonderd kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

• Het woord tweehonderd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• geluid

tweehonderd

1. tweehonderd