tweebak

Tweebak [2]

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·bak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tweebak tweebakken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

tweebak m

  1. (techniek) een versnellingsbak met twee versnellingen
    • Deze bromfiets heeft een tweebak 
  1. (scheepvaart) een duwboot met twee duwbakken ervoor
  2. (voeding) beschuit [1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'tweebak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.