tweedelig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·de·lig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen tweedeligtweedeligertweedeligst
verbogen tweedeligetweedeligeretweedeligste
partitief tweedeligstweedeligers-

Bijvoeglijk naamwoord

tweedelig

  1. bestaande uit twee afzonderlijke zaken
    • Hij droeg een tweedelig pak terwijl zijn vader altijd een driedelig pak droeg. 
    • Het herenhuis had een tweedelige deur. 

Gangbaarheid

  • Het woord tweedelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.