oneindig
Nederlands
Woordafbreking
- on·ein·dig
Woordherkomst en -opbouw
- bn: van Middelnederlands onendich; afgeleid van eindig met het voorvoegsel on-, in de betekenis van ‘geen einde hebbend’ voor het eerst aangetroffen in 1635 [1][2][3]
- ht: (verkorting) van "oneindig veel"
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | oneindig | oneindiger | oneindigst |
verbogen | oneindige | oneindigere | oneindigste |
partitief | oneindigs | oneindigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
oneindig
- zonder einde, geweldig groot
- Haar komische timing is waanzinnig, de kwetsbaarheid die ze eronder legt is zo mogelijk nog indrukwekkender. Haar koningin Anne is als de film zelf: verschrikkelijk grappig en oneindig tragisch. Wereldvreemd, en daarmee juist zo menselijk. [4]
Vertalingen
1. zonder einde
Onbepaald hoofdtelwoord
oneindig
- (wiskunde) getal dat groter is dan elk reëel getal
- Wat mij betreft mag de pensioenleeftijd voor televisietalent naar oneindig. [5]
Gangbaarheid
- Het woord oneindig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'oneindig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- oneindig op website: Etymologiebank.nl
- "oneindig" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- de Volkskrant Floortje Smit 2 januari 2019 The Favourite is verschrikkelijk grappig en oneindig tragisch (vijf sterren)
- Zitvast, H. De pensioenleeftijd voor tv-talent mag naar oneindig (26 september 2016) op website: vrouw.nl; geraadpleegd 2018-11-13
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.