tweeluik
Nederlands
Woordafbreking
- twee·luik
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘schilderij met twee panelen’ voor het eerst aangetroffen in 1904 [1]
- samenstelling van twee en luik [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tweeluik | tweeluiken |
verkleinwoord | tweeluikje | tweeluikjes |
Zelfstandig naamwoord
tweeluik o [3]
- schilderij of reliëf met twee panelen
- radio- of televisieprogramma, film, boek, artikel, muziekstuk enz. die of dat uit twee delen bestaat
Gangbaarheid
- Het woord tweeluik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tweeluik' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.