tweeluik

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·luik
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘schilderij met twee panelen’ voor het eerst aangetroffen in 1904 [1]
  • samenstelling van  twee   en  luik   [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord tweeluik tweeluiken
verkleinwoord tweeluikje tweeluikjes

Zelfstandig naamwoord

tweeluik o [3]

  1. schilderij of reliëf met twee panelen
  2. radio- of televisieprogramma, film, boek, artikel, muziekstuk enz. die of dat uit twee delen bestaat
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tweeluik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.