tweeën
Nederlands
Woordafbreking
- twee·en
Zelfstandig naamwoord
tweeën mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord twee
- Hij had een koning, twee tweeën en een drie.
Zelfstandig naamwoord
tweeën
- Het liep tegen tweeën.
Uitdrukkingen en gezegden
- Zijn waren met zijn tweeën.
Zij waren twee in getal.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.