drie
Nederlands
0 | 0 | 0 | 3 |
drie,
op een abacus
op een abacus
Woordafbreking
- drie
Woordherkomst en -opbouw
- (erfwoord) via Middelnederlands drie van Oudnederlands thrī, in de betekenis van ‘telwoord’ voor het eerst aangetroffen in 820 [1][2][3]
Hoofdtelwoord
drie
- De totale kosten bedragen drie euro en zevendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- Het juiste antwoord op opgave drie is "42".
Afgeleide begrippen
zelfstandig naamwoord samengesteld met "drie" ht
- Drie-eenheid
- Drieborg
- Driehuis
- Heilige Drie-eenheid
- drie-eenheid
- drie-in-de-pan
- drie-uit-vijfeis
- drie-urenbloem
- drieakter
- driebaansweg
- driebak
- driebanden
- driebander
- drieberg
- drieblad
- driebond
- driedekker
- driedeursauto
- driedistel
- drieduizend
- driefasenspanning
- driefasentransformator
- driehoek
- driekaart
- driekamerappartement
- driekamerflat
- driekamerwoning
- driekeizersslag
- drieklank
- drieklapper
- driekleur
- drieklezoor
- driekroon
- drielandenpunt
- drielicht
- drieling
- drieluik
- driemachtenleer
- driemanschap
- driemijlszone
- drienerfmuur
- driepas
- driepikkel
- driepitsstel
- drieploegenstelsel
- driepoot
- driepunter
- driepuntsgordel
- driesetter
- driespaak
- driespan
- driespoor
- driesprong
- driestal
- driesterrenhotel
- driesterrenrestaurant
- driestuiverroman
- drietal
- drietand
- drieteenmeeuw
- drieteenstrandloper
- drietonner
- drietrapsraket
- drieversnellingsnaaf
- drievlak
- drievoet
- drievoud
- driewegbox
- driewegkatalysator
- driewegkraan
- driewegstekker
- driewegsysteem
- driewieler
- driezitsbank
- hartendrie
- klaverdrie
- ruitendrie
- schoppendrie
bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "drie" ht
- drie-enig
- drie-urig
- driearmig
- drieassig
- drieatomig
- driebenig
- driebloemig
- driebroederig
- driecijferig
- driedaags
- driedelig
- driedeurs
- driedimensionaal
- driedubbel
- driefasig
- driegestreept
- driehelmig
- driehoekig
- driehoevig
- driehokkig
- driehoofdig
- driehuizig
- driejaarlijks
- driejarig
- driejukkig
- driekantig
- driekieuwig
- drieklauwig
- driekleppig
- driekleurig
- driekolommig
- driekoppig
- drieledig
- drielettergrepig
- drieletterig
- driemaandelijks
- driemalig
- driemannig
- driemotorig
- drieogig
- driepersoons
- drieregelig
- drieriemig
- drierijig
- drieschalig
- drieschepig
- driespillig
- driespletig
- driesporig
- driestaartig
- driestemmig
- driestijlig
- driestralig
- drietakkig
- drietalig
- drietallig
- drietandig
- drietongig
- drietoppig
- drievakkig
- drievingerig
- drievoetig
- drievoudig
- drievuldig
- driewaardig
- driewandig
- driewekelijks
- driewielig
- driezadig
- driezijdig
- driezits
- drieërlei
bijwoord
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "drie" ht als linkerdeel
hooftelwoorden samengesteld met "drie" ht als rechterdeel
- achtendertighonderddrie
- achtennegentighonderddrie
- achtentachtighonderddrie
- achtentwintighonderddrie
- achtenveertighonderddrie
- achtenvijftighonderddrie
- achtenzestighonderddrie
- achtenzeventighonderddrie
- achtduizend drie
- achthonderddrie
- achttienhonderddrie
- dertienhonderddrie
- drieëndertighonderddrie
- drieënnegentighonderddrie
- drieëntachtighonderddrie
- drieëntwintighonderddrie
- drieënveertighonderddrie
- drieënvijftighonderddrie
- drieënzestighonderddrie
- drieënzeventighonderddrie
- drieduizend drie
- driehonderddrie
- duizend drie
- eenendertighonderddrie
- eenennegentighonderddrie
- eenentachtighonderddrie
- eenentwintighonderddrie
- eenenveertighonderddrie
- eenenvijftighonderddrie
- eenenzestighonderddrie
- eenenzeventighonderddrie
- elfhonderddrie
- honderddrie
- negenendertighonderddrie
- negenennegentighonderddrie
- negenentachtighonderddrie
- negenentwintighonderddrie
- negenenveertighonderddrie
- negenenvijftighonderddrie
- negenenzestighonderddrie
- negenenzeventighonderddrie
- negenduizend drie
- negenhonderddrie
- negentienhonderddrie
- twaalfhonderddrie
- tweeëndertighonderddrie
- tweeënnegentighonderddrie
- tweeëntachtighonderddrie
- tweeëntwintighonderddrie
- tweeënveertighonderddrie
- tweeënvijftighonderddrie
- tweeënzestighonderddrie
- tweeënzeventighonderddrie
- tweeduizend drie
- tweehonderddrie
- veertienhonderddrie
- vierendertighonderddrie
- vierennegentighonderddrie
- vierentachtighonderddrie
- vierentwintighonderddrie
- vierenveertighonderddrie
- vierenvijftighonderddrie
- vierenzestighonderddrie
- vierenzeventighonderddrie
- vierduizend drie
- vierhonderddrie
- vijfendertighonderddrie
- vijfennegentighonderddrie
- vijfentachtighonderddrie
- vijfentwintighonderddrie
- vijfenveertighonderddrie
- vijfenvijftighonderddrie
- vijfenzestighonderddrie
- vijfenzeventighonderddrie
- vijfduizend drie
- vijfhonderddrie
- vijftienhonderddrie
- zesendertighonderddrie
- zesennegentighonderddrie
- zesentachtighonderddrie
- zesentwintighonderddrie
- zesenveertighonderddrie
- zesenvijftighonderddrie
- zesenzestighonderddrie
- zesenzeventighonderddrie
- zesduizend drie
- zeshonderddrie
- zestienhonderddrie
- zevenendertighonderddrie
- zevenennegentighonderddrie
- zevenentachtighonderddrie
- zevenentwintighonderddrie
- zevenenveertighonderddrie
- zevenenvijftighonderddrie
- zevenenzestighonderddrie
- zevenenzeventighonderddrie
- zevenduizend drie
- zevenhonderddrie
- zeventienhonderddrie
Uitdrukkingen en gezegden
- drie keer niks
helemaal waardeloos
- een meisje van drie kruisjes
een vrouw van 30 jaar
- het iemand in drieën geven iets te doen
verwachten (eigenlijk:wedden) dat iemand iets in drie pogingen nog niet gedaan krijgt
- het iemand in drieën zetten iets te doen
verwachten (eigenlijk:wedden) dat iemand iets in drie pogingen nog niet gedaan krijgt
- op drie haartjes staan
(van een hoofddeksel) scheef gedragen worden
Spreekwoorden
- alle goede dingen bestaan in drieën
gezegd als er na twee vergelijkbare gebeurtenissen zich vrij onverwacht nog een derde voordoet
Vertalingen
1. telwoord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | drie | drieën |
verkleinwoord | drietje | drietjes |
Zelfstandig naamwoord
drie v / m
- het cijfer 3
- De drie op zijn shirt was nauwelijks meer te zien.
- dat wat in een (rang)ordening met 3 is aangeduid
- Het is weer de drie die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen?
- Hij had veel onvoldoendes, drie vijven en een drie.
drie mv
- groep van 3 eenheden
- Die drie zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen.
- Zullen we met ons drietjes op reis gaan?
Vertalingen
1. het cijfer 3
Gangbaarheid
- Het woord drie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'drie' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Afrikaans
Middelnederlands
Hoofdtelwoord
drie
- drie; het getal tussen de twee en de vier, in Arabische cijfers 3, in Romeinse cijfers III
Nedersaksisch
Hoofdtelwoord
drie
- drie; het getal tussen de twee en de vier, in Arabische cijfers 3, in Romeinse cijfers III
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.