achtentwintig

Nederlands

0028
achtentwintig,
op een abacus


Telwoord (nl)
0123456789
10111213141516171819
20212223242526272829
30313233343536373839
40414243444546474849
50515253545556575859
60616263646566676869
70717273747576777879
80818283848586878889
90919293949596979899
1002003004005006007008009001000
10610910121015101810211024102710301033
1036103910421045104810511054105710601063
1010010303103003
Uitspraak
Woordafbreking
  • acht·en·twin·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

achtentwintig

  1. "28", het getal tussen zevenentwintig en negenentwintig, twintig plus acht
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen achtentwintig euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • Het juiste antwoord op opgave achtentwintig is "42". 
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
  • achtentwintigen (oude verbogen vorm na sommige voorzetsels)

zelfstandig naamwoord samengesteld met "achtentwintig" ht

  • achtentwintigjarige
  • achtentwintigtal
  • achtentwintigvoud

bijvoeglijk naamwoord samengesteld met "achtentwintig" ht

  • achtentwintigjarig
  • achtentwintigvoudig

bijwoord

  • achtentwintigmaal

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "achtentwintig" ht als linkerdeel

  • achtentwintig en een half
  • achtentwintigduizend
  • achtentwintigenhalf
  • achtentwintighonderd
hooftelwoorden samengesteld met "achtentwintig" ht als rechterdeel
  • achtendertighonderdachtentwintig
  • achtennegentighonderdachtentwintig
  • achtentachtighonderdachtentwintig
  • achtentwintighonderdachtentwintig
  • achtenveertighonderdachtentwintig
  • achtenvijftighonderdachtentwintig
  • achtenzestighonderdachtentwintig
  • achtenzeventighonderdachtentwintig
  • achtduizend achtentwintig
  • achthonderdachtentwintig
  • achttienhonderdachtentwintig
  • dertienhonderdachtentwintig
  • drieëndertighonderdachtentwintig
  • drieënnegentighonderdachtentwintig
  • drieëntachtighonderdachtentwintig
  • drieëntwintighonderdachtentwintig
  • drieënveertighonderdachtentwintig
  • drieënvijftighonderdachtentwintig
  • drieënzestighonderdachtentwintig
  • drieënzeventighonderdachtentwintig
  • drieduizend achtentwintig
  • driehonderdachtentwintig
  • duizend achtentwintig
  • eenendertighonderdachtentwintig
  • eenennegentighonderdachtentwintig
  • eenentachtighonderdachtentwintig
  • eenentwintighonderdachtentwintig
  • eenenveertighonderdachtentwintig
  • eenenvijftighonderdachtentwintig
  • eenenzestighonderdachtentwintig
  • eenenzeventighonderdachtentwintig
  • elfhonderdachtentwintig
  • honderdachtentwintig
  • negenendertighonderdachtentwintig
  • negenennegentighonderdachtentwintig
  • negenentachtighonderdachtentwintig
  • negenentwintighonderdachtentwintig
  • negenenveertighonderdachtentwintig
  • negenenvijftighonderdachtentwintig
  • negenenzestighonderdachtentwintig
  • negenenzeventighonderdachtentwintig
  • negenduizend achtentwintig
  • negenhonderdachtentwintig
  • negentienhonderdachtentwintig
  • twaalfhonderdachtentwintig
  • tweeëndertighonderdachtentwintig
  • tweeënnegentighonderdachtentwintig
  • tweeëntachtighonderdachtentwintig
  • tweeëntwintighonderdachtentwintig
  • tweeënveertighonderdachtentwintig
  • tweeënvijftighonderdachtentwintig
  • tweeënzestighonderdachtentwintig
  • tweeënzeventighonderdachtentwintig
  • tweeduizend achtentwintig
  • tweehonderdachtentwintig
  • veertienhonderdachtentwintig
  • vierendertighonderdachtentwintig
  • vierennegentighonderdachtentwintig
  • vierentachtighonderdachtentwintig
  • vierentwintighonderdachtentwintig
  • vierenveertighonderdachtentwintig
  • vierenvijftighonderdachtentwintig
  • vierenzestighonderdachtentwintig
  • vierenzeventighonderdachtentwintig
  • vierduizend achtentwintig
  • vierhonderdachtentwintig
  • vijfendertighonderdachtentwintig
  • vijfennegentighonderdachtentwintig
  • vijfentachtighonderdachtentwintig
  • vijfentwintighonderdachtentwintig
  • vijfenveertighonderdachtentwintig
  • vijfenvijftighonderdachtentwintig
  • vijfenzestighonderdachtentwintig
  • vijfenzeventighonderdachtentwintig
  • vijfduizend achtentwintig
  • vijfhonderdachtentwintig
  • vijftienhonderdachtentwintig
  • zesendertighonderdachtentwintig
  • zesennegentighonderdachtentwintig
  • zesentachtighonderdachtentwintig
  • zesentwintighonderdachtentwintig
  • zesenveertighonderdachtentwintig
  • zesenvijftighonderdachtentwintig
  • zesenzestighonderdachtentwintig
  • zesenzeventighonderdachtentwintig
  • zesduizend achtentwintig
  • zeshonderdachtentwintig
  • zestienhonderdachtentwintig
  • zevenendertighonderdachtentwintig
  • zevenennegentighonderdachtentwintig
  • zevenentachtighonderdachtentwintig
  • zevenentwintighonderdachtentwintig
  • zevenenveertighonderdachtentwintig
  • zevenenvijftighonderdachtentwintig
  • zevenenzestighonderdachtentwintig
  • zevenenzeventighonderdachtentwintig
  • zevenduizend achtentwintig
  • zevenhonderdachtentwintig
  • zeventienhonderdachtentwintig
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord achtentwintig achtentwintigs
verkleinwoord achtentwintigje achtentwintigjes

Zelfstandig naamwoord

achtentwintig v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 28 is aangeduid
    • Het is weer de achtentwintig die het niet doet, kunnen we die niet simpel vervangen? 
    • Haar negenentwintigste verjaardag was een belangrijk moment, want haar leven werd heel anders toen ze de achtentwintig eenmaal voorbij was. 

achtentwintig mv

  1. groep van 28 eenheden
    • De achtentwintig zijn natuurlijk blij, maar laten we ook denken aan het verdriet van de vier die zijn afgewezen. 

Gangbaarheid

  • Het woord achtentwintig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.