tweeledig
Nederlands
Woordafbreking
- twee·le·dig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van twee ht en lid zn met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | tweeledig | tweelediger | tweeledigst |
verbogen | tweeledige | tweeledigere | tweeledigste |
partitief | tweeledigs | tweeledigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
tweeledig
- bestaande uit twee verbonden delen
- De lange tweeledige bus kon veel passagiers vervoeren.
- met twee doelen
- Het doel van deze cursus is tweeledig'. Op de eerste plaats kun je je Nederlands verbeteren en op de tweede plaats leer je wat over de Nederlandse samenleving.
Gangbaarheid
- Het woord tweeledig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tweeledig' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.